Als voorbereiding van een clubduik waren Koen en ik tijdens een vrij weekend naar ons kleinste buurland, Luxemburg afgezakt. We hadden al eens gehoord van duiken in het stuwmeer van Esch-sur-Sûre en vonden het een leuke afwisseling voor het duiken in de steengroeves in de winter. Maar nu was het zomer en de temperatuur flirtte met de 30° C ideaal dus !
We vonden het dus niet nodig om een droogpak mee te nemen ondanks het feit dat enkele websites toch waarschuwden voor de watertemperatuur op de diepre plekken.
Niet nodig, want we wandelden als transpirerende vaten tussen de bikini's en ingeoliede lijven naar de waterkant !!
door Bart Spiessens
Het natuurpark van de Haute-Sûre
Het natuurpark maakt deel uit van wat genoegzaam de Luxemburgse Ardennen genoemd wordt. De stuwdam in Esch-sur-Sûre werd in de jaren zestig aangelegd voor de drinkwatervoorziening van Luxemburg te verzekeren. De hoofddam is 48 meter hoog heeft een wanddikte op funderingsniveau van 4,5 meter en aan de bovenzijde 1,5 meter. Het totale wateroppervlakte telt 380 ha en heeft een totaalcapaciteit van 59 miljoen kubike meter. Watersport is niet toegestaan in de beschermde zone van Esch-sur-Sûre tot Lultzhausen. Het stuwmeer is omgeven door enkele leuke stranden.
Insenborn en Lultzhausen
Via het internet hadden we al wat informatie verzameld over de verschillende duikstekken. De meeste bleken te liggen tussen Lultzhausen en Insenborn. De bezochte website onderscheidde twee type duiden: de natuurduiken of de ruïneduiken. Bij onze aankomst constateerden we al heel snel dat dit meer ook een heel populaire weekendbestemming is voor de Luxemburgers zelfs, die massaal aan't BBQ'en waren. Natuurlijk was er ook een niet te overziene delegatie landgenoten en de onvermijdelijke Nederlanders. We begaven ons naar het strand, lees dat hier als een mooi gemaaid naar de oever aflopend grasveld, waar we enkele duikers zagen. Zij vertelde ons dat het strand een zeer geschikte plek was om te duiken, vooral de overkant van het meer (op die plek iets van een twintigtal meter) aangezien het groot aantal zwemmers die het sediment om de bodem hadden omgewoeld. We trokken dus terug naar de wagen die we noodgedwongen een heel stuk hoger hadden moeten achterlaten. We waren toen maar al te blij dat we niet ons droogpak bij hadden. Hierover hadden we nog getwijfeld aangezien een stuwmeer wel eens koud kon zijn. Zwoegend en vooral zweten tot aan het water waar we ons gewillig lieten ondergaan om te acclimatiseren. Vooral om ons wat af te koelen. De temperatuur flirtte met de 30° C en een betrokken hemel maakte het zeer drukkend. Het water was heerlijk warm, zo rond de 20° C.
De pas ontmoette duikers vertelden ons niet heel veel van leven te verwachten, hoofdzakelijk palingen en wat baarzen, vooral aan de andere kant, maar dat we ook de straat maar moesten bekijken. Wij dus kopje onder en richting andere kant. Ik moet zeggen dat we vrij snel op diepte zaten (25 - 28 meter). Maar na een achttal minuten op deze diepte gepalmd te hebben bleek de andere kant nog steeds niet in zicht te zijn, noch de befaamde straat. Het temperatuurverschil was zeer behoorlijk, op deze diepte nauwelijks meer dan 9° C. Na negen minuten vroeg Koen dan ook vriendelijk, maar zeer overtuigend om rechtsommekeer te maken. Niet veel later zaten we terug boven de thermoklinische laag en was het weer lekker 20° C, mijn kap ging spontaan af en ik liet het warme water gezapig mijn pak invloeien. We cruisten wat heen en weer op zoek naar wat vissen en vonden er ook wat baarzen, maar vooral blikjes en flesjes die Koen speels naar de oppervlakte deed verdwijnen. Koen had in het snuitje dat ik mijn pak open had gezet om van het warme water te genieten en kreeg plots terug interesse in niet bestaand leven zo rond de thermoklinische laag. Dat was voor mij het moment om de duik te beëindigen en we kozen de kant.
Niet slecht voor een eerste kennismakingsduik, maar ook niet om over naar huis te schrijven. In het locale vulstationnetje dat aan het strand zelf gelegen was, kregen we aan de hand van een foto van voor het onderlopen van het meer een uitleg van wat er te zien was. Duidelijk was dat we onze volgende duiken meer richting Insenborn zouden plannen ipv Lultzhausen. De zogenaamde ruïne-duiken spraken ons meer aan dan de natuurduiken. De volgende duik zouden we op de stenen brug van Lultzhausen maken. Met een van het internet afgeprint kaartje in de hand bestudeerden we de situatie. Het zou een kompasduik worden. Toen ik tot mijn middel in het water stond, besloot mijn ontspanner dat ik te veel lucht bij me had en begon spontaan te purgeren. Dan maar duiken op de reserve ontspanner. Op zich niet zo'n probleem. Maar dat ding staat gemonteerd om een mededuiker te helpen en dus omgekeerd voor mij. Moeilijk gaat ook en dus maar te water. Ook hier zaten we al snel op diepte (26 - 27 meter).
Gefixeerd op het kompas zouden we die brug niet missen. Allée, dat dachten we toch. Een dikke twintig minuten later zaten we aan de overkant van het baaitje. Licht gevloek en sterk gemor onderdrukkend controleerden we onze beider kompassen en besloten terug naar de overkant te gaan in de hoop toch maar die befaamde straat of de brug zoals ze zo mooi op het internet beschreven staat te ontdekken. Maar onverrichter zake kwamen we terug aan de oppervlakte. Ik kon het niet laten om enkele duikers die aan de kant stonden zich klaar te maken te interpelleren. Nu bleek een van die duikers toch wel de maker (Jerome Konen) te zijn van de site waar ik die verdomde kaartjes van afgeplukt had. Hij vertelde ons dat de straat niet meer zichtbaar was door het sediment, maar dat je ze nog altijd wel kon voelen door op de grond te kloppen (Luxemburgse logica, zeker?). De straat zou je het best herkennen door het stenen muurtje aan beide kanten van de weg. Hij toonde ons ook ter plekke hoe de straat loopt (of liever liep). Hij raadde ons aan om vanaf de andere kant van het baaitje te vertrekken, vanop het strand van Insenborn. Dat zou de gemakkelijkste manier zijn. Afdalen tot -22m tot je het muurtje tegenkomt en dus niet tot op de bodem. Het muurtje (en dus de befaamde straat) volgen tot twee afgezaagde bomen en daar zou de brug links verschijnen. 's Anderendaags 's ochtends besloten we niet het water uit te komen vooralleer we de brug gevonden hadden. Zo gezegd, zo gedaan. Kompassen juist gezet, plannetje in ons hoofd geprent en op zoek naar een muurtje op 22 meter diepte. Ik kon een brede smile onder mijn ontspanner niet verbergen toen we inderdaad dat muurtje gevonden hadden en volgden. Nu is dat muurtje onderweg wel en paar keer verdwenen en moest je 'de weg' volgen. Wij dus als volleerde indianen met ons mes op de bodem tikken om de weg te bepalen en jawel wat later vonden we de brug die nog opvallend intact is. Spijtig genoeg zaten we toen al een tijdje op diepte en vooral in de bijhorende kou dat we na een twintigtal minuten warmer water moesten opzoeken. Natuurlijk zat ik toen weer in dat baaitje, maar nu wel met een veelbetekenende lach.
Pub / Hotel Celtic Ireland
Hotel / Vulstation Peiffer
Insenborn biedt verschillende overnachtingsmogelijkheden aan. Hierboven twee hotelletjes in het centrum van Insenborn. Celtic Ireland is een Ierse pub met verschillende grote mooi ingerichte kamers met badkamer. Hotel Peiffer is meer op duikers gericht en heeft een eigen vulstation. Kamers eerder basic. Ondek via de links de sites met prijzen.Toegegeven het stuwmeer van Haute-Sûre is niet bij de deur, maar het is wel een aangename afwisseling van het winterse duiken in de steengroeves. In de zomer een leuke daguitstap of weekend met vrouw en kinderen, gezien de mooie omgeving en de strandjes.
Bespreking duikstekken Stuwmeer Haute-Sûremet
dank aan Jerome Konen
Villa van Lultzhausen
Plaats: Aan de andere kant van het meer in Lultzhausen. Je kan met je duikmateriaal over de drijvende brug.
Diepte: 23-25m
Duiktijd tot villa: 3 minuten
De duik: Vanaf de andere kant van de drijvende brug in Insenborn. Steek de brug over met je duikmateriaal. Aan de linkerkant is een bank, dit is de geschikte plek om te water te gaan. Ga op 110° recht naar de ruïnes. Eerst zal je de oude straat oversteken op -18m en na ongeveer 3 minuten zal je de ruïnes zien.De ruïnes bevinden zich precies waar de reddingsboei is zo'n 60 voor de rand van de drijvende brug en 10 meter ver in het meer. De doorgang in de ruïnes zijn op sommige plaatsen laag, opgepast dus!
Bekijk het duikkaartje.
Stenen brug van Lultzhausen
Plaats: Tussen Lultzhausen en Insenborn. Duiken van beide plaatsen is mogelijk, maar het best bereikbaar van Insenborn.
Diepte: 24-27 m (van straatniveau tot bodem)
Duiktijd tot de brug: 10 minuten
De duik: Ga op kompas 300° tot op de oude straat (22-23m) en dus niet tot volledig op de bodem. Draai naar 30° en volg de linkerkant van de straat (via het muurtje). Na 8-9 minuten aan het einde van het muurtje (twee afgezaagde boomstronken) draai je licht naar rechts naar de stenen brug.De brug is nog in goede staat, de muren zijn lichtjes vervallen. Je kan onder de brug door duiken. De temperatuur op deze diepte is constand koud, voorkom mogelijk onderkoeling door tijdig terug te stijgen. De zichtbaarheid kan zeer slecht worden als je meerdere keren onder de brug doorgaat.
Bekijk het duikkaartje.
Stenen brug van Insenborn
Plaats: Vanaf de parkingzone in Insenborn.
Diepte: 21-27 m (van het bovenste deel tot de rivierbedding)
Duiktijd tot de burg: 8 minuten
De duik: Start vanaf het einde van de parking. Neem 300° het water in tot de rivierbedding (diepte ca. 26m). Ga daar naar links en volg de linkerkant van de bedding. Na ongeveer 8 minuten zal je de eeste peiler van de brug zien samen met de waterstandmeter vlak voor de peiler.Opgelet bij deze duik !! Lang op diepte en slechte zichtbaarheid. Aangeraden enkel voor ervaren duikers.Dit is de oude brug die Insenborn met Liefrange verbond. Nu zijn nog enkel de peilers te zien.
Bekijk het duikkaartje.
Stenen brug van Liefrange
Plaats: Liefrange
Diepte: 21-23 m (van straatniveau tot bodem)
Duiktijd tot de brug:14 minuten
De duik: Zwem naar rechts om de hoek tot het einde van het het. Dan 270° vab de eerste boom aan de rechterkant van de oever. Na 6 minuten kom je op de oude rivierbedding (ca. 40cm diep). Ga naar 120° langs de linkerkant van de oude rivierbedding. Na ongeveer 10 minuten zal je die bedding niet meer zien, maar blijf 150° volgen. Na ongeveer 14 minuten kom je voor de stenen brug. Kom terug op 45° waarbij je de stenen van de oude straat oversteekt. Hier zit veel vis tijdens een nachtduik. De brug is in goede staat.
Bekijk het duikkaartje.
Luutschmillen (Ruïnes van Liefrange)
Plaats: Liefrange - ruïne van de oude molen "Luutschmillen" vlak bij de dam van Bavigne
Diepte: 11 m
Duiktijd tot de brug: 3 minuten
De duik: Duik recht in het meer tot aan de oude straat en volg deze in de richting van de dam. Ga tot op de bodem waar de linkermuur van de straat beschadigd is en je komt aan de eerste brug. Ontdek de site aan de hand van je orientatievermogen. Je kan verder duiken tot aan de dam en dan terugkeren langs rechts in ondiep water. Er is nog een andere manier om op deze plek te duiken. Vanaf de parking achter de dam en dan met je duikmateriaal naar beneden te klimmen. Het is een stuk gemakkelijker om de stek te beduiken van hieruit, maar het te water gaan kan best moeilijk zijn.Opgelet: Ga niet te ver in de gaten, sommige worden zeer nauw na enkele meters en de zichtbaarheid wordt quasi nul. Je moet een goede orientatie hebben om niet verloren te zwemmen op deze duikstek.
Bekijk het duikkaartje.
Lultzhausen - Jeugdherberg
Plaats: Vlak voor de jeugdherberg van Lultzhauzen
Diepte: 0 - 10m
De duik: Een ondiepe duik waarbij je een lus beschrijft onder water. Ga uiterst rechts in het water (voorbij de boten) daar heb je beter zicht en minder modder. Ga niet dieper, hoofdzakelijk modder.
Lultzhausen - Steakaul
Plaats: Vlak voor de jeugdherberg van Lultzhauzen
Diepte: 0 - 29m
De duik: Duik van de ene naar de andere kant van het meer. Deze duik staat beschreven als een natuurduik, bekijk dus vooral de stenen en de muren.Je kan het meer oversteken over de bodem (-29m) maar je kan ook aan de oppervlakte naar de overkant. Neem je tijd, overhaast je niet, het is een eindje :-) Als je aan de stenen komt, begin je duik. Normaal gezien is het zicht langs deze kant beter. Volg de rotsen, na 20-25 minuten ben je ze voorbij. Kom dan terug op -3m of als je nog genoeg lucht mocht hebben kan je terug oversteken.
Lultzhausen - Drijvende brug
Plaats: Aan de boerderij 'Wealer' naast de drijvende brug
Diepte: 0 - 22m
De duik: Duik vanaf de drijvende brug naar links tot aan de rotsen. De rotsen en de muur zijn de moeite. Kom terug in ondiep water. Op de weg terug, terwijl je onder de drijvende brug zit, ga dan ongeveer 50m verder in ondiep water en zoek de vissen die rechts op de rotsen liggen.
Lultzhausen - Hoofdbrug
Plaats: Aan het einde van weg die in het water verderloopt
Diepte: 0 - 17m
De duik: Duik van de pier aan het eind van de straat rechts voor een relaxe duik. Vooral interessant 's nachts voor de vissen. De andere mogelijkheid is links stroopopwaarts de rivier in te gaan onder de grote brug.
Insenborn - Rimini bank / Parking
Plaats: Aan het einde van de parking zone in Insenborn rechts
Diepte: 0 - 27m
De duik: Duik in een boog en kom terug in ondiep water.Deze duikolaats is gemakkelijk bereikbaar met de wagen en geeft eenvoudig toegang tot het water. Leuke plek voor nachtduiken om vissen te zien.
Liefrange
Plaats: Aan het einde van de parking in Liefrange ga je met je volledige uitrusting een berm 100m naar beneden tot aan het water.
Diepte: 0 - 23m
De duik: Duik rond de punt. Ga rechtstreeks naar de oude straat op ongeveer -12m en kijk naar de vele vissen die je tijdens de nachtduik kan zien. Aan de rechterkant van de punt een interessante muur.Deze plek is een aanrader voor onderwaterfotografen. Tijdens nachtduiken liggen er veel vissen op de oude straat.
Fuusefeld
Plaats: Aan het einde van de "Fuussefeld" parking. Loop 50m langs de oever en ga daar te water.
Diepte: 0 - 21m
De duik: Duik in een boog of aan de linkerkant van het dode stuk.Deze duikstek is interessant voor een familie uitstap aangezien de oever een uitstekende picknic plaats is.
Bekijk ook de beschrijving van de verschillende duikstekken geschreven door Jerome Konen.
Te bezoeken websites:
Een absolute aanrader als je wil gaan duiken in Luxemburg:http://www.scuba.lu
Een site met enkele handige kaartjes:
http://luxplongee.tripod.com
Caisson in Luxemburg
Centre national d'oxygenotherapie hyperbare (Hopital de la ville d'Esch-surAlzette)
rue Emile Mayrisch L-4240Esch/Alzette
Tel. 57111
Fax 571122339
el. Kammer: 571122331
Email: hbo-hvea@gmx.net
Als je Oostenrijk, vakantie en sport combineert, denkt iedereen onmiddellijk aan skiën, aan alpinisme, misschien wel aan wandelen en een enkeling zelfs aan wielrennen. Niemand komt tot de eindsom duiken.
Het duikgebeuren in Oostenrijk is weinig gekend buiten zijn landsgrenzen, ondanks zijn ruim 100 beduikbare meren. De Oostenrijkse meren worden zelden bezocht door buitenlanders, een verlopen Duitser niet meegerekend.
door Walter Van Den Eynde
Hoog tijd om het eens gaan te verkennen dachten we zo. Ons reisdoel werd Karinthië, om de heel eenvoudige reden dat deze deelstaat gewoonlijk de beste weersomstandigheden van Oostenrijk heeft. In Karinthië kozen we voor Velden an der Wörthersee. Dit stadje ligt centraal ten opzichte van een redelijk aantal meren op een kleine 1100 kilometer van Leuven. Via internet had ik een pension gevonden waar woefjes toegelaten zijn, onze huiswolf moest immers ook mee. Het "Lindenhof" staat beschreven als een pension met 27 kamers, met koetjes, kalfjes, eendjes, kippetjes en een pony voor de kinderen. Kortom een pension met daaraan vast een kinderboerderij. Dacht ik.
Ok, vrijdag 23 mei om 02.00hr wij startklaar. Vroem, vroem richting Nederland, Duitsland, Oostenrijk. Ondanks de werkzaamheden, reeds aangehaald door Bart in het reisverslag Kroatië, en nog een paar in Oostenrijk, door Bart vergeten, halen we het traject op een goede 13 uren. Daarbij gerekend alle stops om afwisselend Billy en Danielle laten te plassen. In Velden stoppen we eerst bij het toeristenbureau, waar we de weg naar ons pension vragen.
Niks dus pension met een kinderboerderij, maar een boerderij met een aantal kamers. Maar de kamers waren deftig en Billy had het er onmiddellijk naar zijn zin. Vanaf het balkon hadden we uitzicht op de bergen en op de Wörthersee, welke op 3 autominuten van het pension ligt. Na het avondmaal, schnitzel Wiener art we zijn in Oostenrijk voor iets, gaan we op zoek naar het plaatselijke duikcentrum annex vulstation. Dit is nog niet geopend, nog te vroeg op het seizoen.
Pension Lindenhof
Walter & Billy
Zaterdag 24 mei. Na een stevig boerenontbijt trekken we richting water. Daar we met geen mogelijkheden aan de Wörthersee in het water geraken, allemaal privé-stranden of zogezegde openbare stranden met 7 euro inkom, proberen we ons geluk in de Forstsee. Dit meer bevindt zich op een kwartiertje rijden van Velden. Je volgt de baan aan de noordoever van de Wörthersee tot in Saag, vandaar volg je de wegwijzers. Je komt aan een grote parking, plaats voor zeker 200 auto's. Parkeer zo ver mogelijk achteraan de parking, daar loopt een bospad naar het meer. Het pad loopt 300 meter redelijk steil omhoog. Rond het meer is er een groot kiezelstrand. Je geraakt makkelijk in en uit het water. Het water heeft een bruine kleur. Onder water heb je een witte waas en veel zwevende stofdeeltjes. De ondergrond is hard met daarop een dunne laag modder. Hoe dieper je gaat hoe dikker de modderlaag wordt. Het zicht bedraagt een drietal meter. Er liggen wat takken en boomstammen, begroeid met zoetwatermosselen. Eenmaal voorbij de 5 meter diepte wordt het water ijskoud. Er is weinig begroeiing in het meer. Er leven baarzen, forellen, zonnebaarzen en voorns. De vissen zijn echter zeer schuw en laten zich niet benaderen. De plaats is een populaire plaats bij dagjestoeristen en wandelaars. We arriveerden even na 09.00hr en er stonden drie auto's op de parking. Toen we vertrokken om 13.00hr was de parking ongeveer half vol. In het hoogseizoen kost de parking € 2.50 per dag.
In de late namiddag rijden we naar de Moosburgerteiche. Vier plassen van verschillende grootte. We vragen aan de restaurant/camping uitbaatster als we er morgen mogen duiken. Ze kijkt ons verwondert aan. In de drie jaar dat zijn hier woont heeft hier nog niemand gedoken. Vissen en zwemmen ja, of met modelbootjes spelen, maar duiken? Nu, het mag van haar, als we maar beloven heel voorzichtig te zijn.
Het meer van Moosburgerteiche
Danielle op verkenning
Zondag 25 mei. De Moosburgerteiche zijn vier meren, van groot naar klein Mitterteich, Damnigteich, Mühlteich en Weingartenteich. Aan de noordoever van de Wörthersee volg je vanaf Pörtschach of vanaf Krumpendorf de wegwijzers naar Moosburg, je komt dan automatisch bij de meren terecht. Tussen de Mitterteich en de Mühlteich loopt een pad met een redelijk aantal parkeerplaatsen. Op dat pad ligt de Insel der Seeligen, een rustig restaurantje met zeer vriendelijke bediening, hier vraag je ook toestemming om te mogen plonsen. We wagen onze kans in de Mitterteich. Midden in het meer ligt een eilandje. Met zijn diepte van 3 meter is de plas eigenlijk beter geschikt voor te snorkelen. De bodem aan de oevers van het meer en rond het eiland zijn hard. Eenmaal een paar meter van de kant bestaat de bodem uit een modderige brij van meer dan 30 centimeter dikte. Het zicht bedraagt een kleine 2 meter. Aan de noordoost kant van het eilandje liggen mortiergranaten uit de Tweede Wereldoorlog. Aan de zonzijde van het eiland zwemmen honderden kleine visjes. Er liggen tientallen grote (meer dan 10 centimeter) zoetwater-mosselen op de bodem. Aan de oevers van het meer, op ongeveer 1 meter diepte, kruipen veel poelslakken en een massa insectenlarven. Het meer staat gekend voor zijn amfibieën en dat is niet overdreven. Ik heb honderden kikkervisjes gezien.
In de namiddag maken we kennis met de eigenaar van de duikschool Atlantis in Krumpendorf. Hij vertelt me dat het nog te vroeg op het jaar is om grotere vissen te zien. Vanaf augustus komen de grote vissen naar de oevers en ook de zichtbaarheid wordt veel beter. Als we bij hem onze flessen laten vullen, mogen we in de Wörthersee duiken vanaf zijn privé-strand en woefjes zijn ook welkom.
Insel der Seelingen Mortiergranaten van WOII
Maandag 26 mei. Deze keer moet de Wörthersee er zelf aan geloven, maar niet vanaf het privé-strand van Atlantis. Via een tip hebben we vernomen dat aan de zuidoever een paar picknick plaatsen zijn, vlak aan het water. We vinden een mooi plaatsje in de Teixl baai, tussen Dellach en Maria Wörth. Je gaat te water recht tegenover het Kapuziner eilandje. Je kunt je auto op nog geen 10 meter van het water parkeren. Er staat een bord dat zwemmen en watersporten de andere gasten en de natuur kunnen storen, maar verboden is het niet. Wijlie dus het water in. De rotsbodem loopt redelijk snel af naar drie meter diepte op ongeveer 10 meter van de kant heb je een rechte wand naar 18 meter. Tot 10 meter bedraagt het zicht zeker 5 meter. Vanaf 10 tot 12 meter is het water troebel met zicht van 20 centimeter. Onder deze troebele laag heb je een lamp nodig en lijkt het een nachtduik in helder water. In het ondiepe gedeelte zwemt een school van honderden visjes. Op 10 meter diepte vind ik een geweer uit de Tweede Wereldoorlog, de kolf is er wel vanaf gebroken. Danielle vindt nog een paar patronen.
Dinsdag 27 mei. Vandaag vallen we de Rauchelesee aan, althans dat dachten we. De volledige oever van dit meer zijn privaat. Dan maar richting vlakbij gelegen Bassgeigensee. Van dit kleine meer is enkel de noordoever privé. De zuidoever is natuurgebied maar zeer moeilijk toegankelijk. Dan maar naar de Feistritzer Stausee. Eer we de toegang tot dit stuwmeer gevonden hebben zijn we een uurtje verder. De Feistritzer Stausee is een stuwmeer op de rivier de Drau. Hier ziet het water er wel aanlokkelijk uit. Althans op het eerste zicht. Vol goede moed stappen we het water in, en we stappen en we stappen…. We zijn nog maar 50 meter van de kant en staan toch al tot ons middel in het water. Enfin tot aan de kuiten in de modder en van de kuiten tot het middel in het water. We besluiten het toch te wagen en steken onze kop onder maar daar krijgen we snel spijt van. De zichtbaarheid bedraagt ruim 20 centimeter. Vooraleer we de drie meter bereikt hebben zitten we al een bijna halfweg de rivier en in de volle stroming. Dit is duiken waar we van dromen, over een modderbodem, 0 meter zicht en sterke stroming. We besluiten de duik vroegtijdig af te breken, op amper een kwartier zijn we al meer dan 300 meter afgedreven. Woensdag 28 mei. Het wordt stilaan tijd om onze flessen te vullen. Dus richting Krumpendorf en duikschool Atlantis. De duikschool zelf stelt weinig voor, een bureeltje een materiaalkamer en een compressor. Het duikcentrum organiseert op weekenden en feestdagen uitstappen naar verschillende meren, zowel in de omgeving als naar Italië en Slovenië. Als je hier je fles laat vullen, krijg je ook tips waar je kan duiken in de andere meren, de beste plaats om te water te gaan. Zo krijg ik gezegd dat je aan de Rauschelesee vanaf de camping vrij mag duiken, de Feistritzer Stausee klote is om te duiken en we beter de Ferlach Stausee, een paar kilometer verder, hadden gedaan.
We duiken vanaf het strand van Atlantis in de Wörthersee, dit maal aan de noordkant. De bodem is een metersdikke zandlaag, geen modder maar fijn wit zand. Boven de 7 meter is de zichtbaarheid perfect. Van 7 tot 12 meter is het zicht nihil. Onder de 12 meter heb je een lamp nodig en is het zicht weer zoals een nachtduik in helder water. De bodem daalt schuin, redelijk snel, af naar 21 meter. Dan heb je een rechte wand tot ongeveer 28 meter en dan gaat het weer schuin verder. Vanaf de steiger duik je best naar rechts (west) langs de wand. Als je het beu bent, kom je boven de troebele laag terug . Langs de wand moet een zeilboot liggen, deze hebben we echter niet gevonden. Op 7 meter ligt een kist handgranaten uit de Wereldoorlog. Op 5 meter ligt een kleine motorboot. Opgelet in de buurt kunnen vissersnetten liggen. Op 3 meter staan een paar versierde kerstbomen. In het ondiepe water kun je snoeken, voorns en kleine karpers zien.
Kaartje Wörtersee Danielle
Donderdag 29 mei. Terwijl we aan de Moosburgerteiche de inwendige mens aan 't versterken zijn, zien we in de Mühlteich een paar dikke karpers hun kop boven water steken. Wij dus onze kop onder water gestoken. De zichtbaarheid is echter te slecht (minder dan 2 meter) en de vissen zijn te schuw om te benaderen. Deze plas is iets dieper dan zijn grote broer aan de andere kant van het pad. De bodem is gelijkaardig, verharde oevers en modder in het midden. De begroeiing is overvloedig en er leven karpers, voorns, baarzen en snoeken. Ook deze plaats is eerder geschikt om te snorkelen.
Tegen de avond rijden we naar de Längsee. Van Gerard Christl (duikschool Atlantis) weten we dat dit meer 's avonds vrij toegankelijk is voor duikers op voorwaarde dat je eerst de Gendarmerie van Launsdorf contacteert. Van Gerard krijg ik ook het telefoonnummer van de Gendarmerie (04213/2233). Eventjes bellen en we mogen gaan plonsen. Van Gerard heb ik ook, op een kladblaadje, een plannetje gekregen waar ik best te water ga en in welke richting ik best duik. Duiken kun je aan Längsee Bad (opgelet niet bij Schloss Bad). Je kleed je om op de ruime parking. Links van de toegang heb je een klein poortje dat 's avonds open staat voor de vissers, langs daar kun je binnen. Je wandelt de grote steiger op en duikt vanaf de steiger naar rechts (oost). De bodem is modderig, aan het eind van de steiger is het 12 meter diep. De palen onder de steiger zijn begroeid met zoetwatermosselen. Op de bodem leven veel poelslakken. Er zwemmen verschillende scholen kleine baarzen. Onder de steiger verblijft een grote snoek. Met een beetje geluk kun je een meerval vinden. Vrijdag 30 mei. Inpakken en terug naar huis. We zijn sneller thuis dan dat we in Velden waren. Danielle moest niet zo dikwijls. Conclusie
Het is jammer dat de veel meren volgebouwd zijn en de toegang tot het water dan privé is. Je moet werkelijk tips van locale duikers hebben om de juiste plaatsen te vinden.
De beste periode om te gaan is augustus/september, meer leven en beter zicht.
Vooraleer je gaat duiken neem eens contact op met duikschool Atlantis, Gerard Christl, Koschatweg Krumpendorf. De mensen daar zijn zeer vriendelijk en behulpzaam en kunnen je goede tips bezorgen in ruil voor een flesvulling.
De meeste plaatsen zijn niet geschikt voor grote groepen duikers.
Op een dag kreeg ik een telefoontje van een collega: « Ga je mee naar IJsland ? » Even gekeken of het kon. De secretaresse de oren van haar hoofd gezeurd om haar verlof te herzetten. En ja, even later stond IJsland in mijn agenda. Dankzij het internet wist ook al snel wat de duik-mogelijkheden van IJsland zijn. Niet bijzonder veel, ijskoud en blijkbaar ook vreselijk duur.
Na wat heen en weer emailen had ik dan toch afgesproken met Hedinn voor een duik in Silfra. De tweede duikplaats die me interesseerde was op zee, maar met een maximale diepte van meer dan 70m en zonder droogpak-ervaring zag ik dat niet zitten… Daarbij wou ik ook niet teveel tijd verliezen en missen van het land op zich.
door Steven Benats
Dus zondag geland in Reykjavik, het verplichte bezoekje aan het thermaal centrum Blue Lagoon (zalig ontspannen na de vlucht). De gids gewaarschuwd dat ik maandag niet bij de groep zou aansluiten. ’s Avonds gaan we in een vreselijk toeristisch restaurant eten; specialiteiten; vieze kaas en zelfs ‘rotten shark’ als apero-hapje. Als dit de hele reis zo zal zijn.
Maandag, 9 uur, ik loop de lobby in, onze groep en nog wat Zweedse oudjes wachten op het vertrek van hun bus. Tussen deze toeristen en hun gidsen loopt een niet al te frisse kerel met wat meer energie dan de anderen in de lobby; dat moet Hedinn zijn. En ja hoor, hij vraagt hoe ik hem dadelijk erkende; waarop ik antwoordde; “you know divers…”.
Onderweg (een klein uurtje rijden) komen we wat meer in het binnenland en dat is nog kaler dan ik dacht, mooi maar een beetje saai. Wanneer we stoppen zie ik in de verte een meer, maar dat ligt op 400 meter. We lopen het ‘veld’ in en al snel zie ik de kloof. Daar gaan we dus in… Er is een platform en trap in roestvrij staal gebouwd; er wordt niet alleen goed voor de toeristen gezorgd, men denkt hier ook aan de duikers; mooi zo. Op het platform krijg ik mijn briefing, dan al zie ik hoe helder het water is; wauw. Teruglopend naar de auto zeg ik toch even dat ik me wat zorgen maak over het droogpak. Gewoon een klein beetje lucht inblazen tegen de squeeze en op tijd ontluchten, alleen duiken op het jacket; ‘k zal het proberen.
Dat droogpak is dan eindelijk aan wanneer ik me realiseer dat ik nog moet plassen, weer eruit gewrongen, de IJslandse grond gezegend en weer dat pak aan. Gelukkig past het en lopen we even later naar het platform. Daar ondervind ik zware moeilijkheden om mijn vinnen aan te trekken. Zo’n droogpak maakt je even soepel als een eiken balk, enfin, na wat geklungel toch het water in. Daar krijg ik de slappe lach; wat bergen, een meer, een veld; dat is hier toch geen plaats om te duiken en dan dat water, het lijkt wel duiken in een glas spa water; zo helder, op de foto’s kan je het zien; het lijkt alsof je zweeft.
Het eerste gedeelte van de duik bestaat uit een kloof, tussen de Europese en Amerikaanse aardplaten. Ze verwijdt ieder jaar met 4 tot 6 centimeter. Het is een kale bedoening, geen leven maar als duik erg leuk; het moeten niet altijd beestjes zijn, het landschap kan ook verwonderen. De duik is erg leuk, continu omhoog omlaag, over hopen rotsblokken. Naar het einde toe is een helling met zand, van ver kan je al de machtige blauwe schijn zien. Dat beloofd. We zwemmen rustig de helling op, ‘wandelen’ op onze handen over een ondiep stuk (droogpak niet opensnijden op de rotskiezels) en zwemmen de blue lagoon in. (niet die van zondag (die zit vol zwavel met zichtbaarheid nul maar wel 30°C warmer). Het uitzicht is prachtig, zo mooi, blauw, helder. Ook al krijg ik geweldige kramp in mijn rechterbeen en haal de gekste kapriolen uit, waarbij ik natuurlijk boven water kom. Daardoor merk ik terug de mooie omgeving boven water op. Het is erg leuk om ‘stopsels’ te doen; prachtig uitzicht boven water, verwonderlijk onder water.
Het duiken met het droogpak viel reuze mee. Vooral het feit dat je droog weer in de auto stapt is erg lekker. Het is vervelend om erin en eruit te geraken en je moet het zelf ook droog houden. Maar als je in water van 0 tot 3°C gaat duiken; dan heb je geen keuze. Het vinden van het juiste evenwicht tussen de squeeze en het drijfvermogen ging erg goed. Totdat je je natuurlijk teveel zorgen begint te maken en je hoofdje plotseling boven water zit… De truk is dus (zoals met alles) om je kalmte te bewaren en geen onnodige handelingen uit te voeren die alleen maar leiden tot grotere problemen…
Duiken in IJsland is erg leuk maar in mijn ogen ga je er meer voor het land op zich. De natuur is overweldigend. Lavavelden, watervallen, thermische bronnen, geisers en gletsjers; prachtig.
Er zijn een viertal duikplaatsen die de moeite zijn:
Duikplaats: Silfra
De kloof waar ik gedoken heb.
Zie beschrijving hierboven.
Lees meer over Silfra
Duikplaats: Strytan
Onderwater schoorsteen. Het water dat uit de schoorsteen komt, is 90°C en dit op zee.
Lees meer over Strytan
Duikplaats: Hyndisvik
Staat bekend omdat hier continu zeehonden zitten.
Duiken met zeehonder is toch uniek.
Duikplaats: Westmaneilanden
Op deze duikplaats is het meeste leven onder water.
Steven dook met duikcentrum Dive Iceland.com
Hedinn Olafsson
Eyrarholt 16
IS-220 Hafnarfjordur
Iceland
email: hedinn@kafarinn.is
Mobile +354 699 3000
Home +354 565 2148
Website: http://www.diveiceland.com
Te bezoeken websites:
Een bevriend duiker, Jerome Konen, schreef ook al een verslag over het duiken in Ijsland.
Lees het hier
Zijn artikel in Aquanaut
oen ik tot de verbijsterende constatatie kwam dat dit jaar 1 mei weeral een vakantiedag was, bekroop mij de goesting om er eens tussenuit te knijpen voor een weekje. Daniel speelde maar al te graag de rol van slachtoffer en zou meegaan.
Ook Harry twijfelde niet en zou zich vrijmaken om een weekje te gaan duiken in Kroatië. Via 's werelds grootste bibliotheek (Walter en het internet) vonden we al snel een duikcentrum SuMartin in Mali Losonj. Met wat richtlijnen van Danny Matthys die al meerdere keren in Kroatië had gedoken, vertrokken we op een doordeweekse vrijdagavond om 19u bij Harry. Eigenlijk pas om half acht, nadat Harry nog een "proper broek" en een gestreken hemd meekreeg. De bescheiden wagen van Harry biedt ruimschoots plaats aan drie duikersuitrustingen en de bijhorende duikers.
door Bart Spiessens
Afwisselend reden we relatief vlotjes tot in Slovenië (als je de talrijke werkzaamheden op de Duitse autowegen niet meetelt). Van in Lublijana (de Sloveense hoofdstad) werden de autosnelwegen, regionale banen en daalde onze gemiddelde snelheid danig, maar de Adriatische zee was in zicht en de zon scheen ondertussen volop. Iets voor de middag kwamen we op onze bestemming aan. We installeerden ons op een terrasje in afwachting van het binnenvaren van de boot met duikers.
Een uurtje en een portie calemares later toonde Julia, een zeer vlot Italiaans en Duits taterende dame ons naar ons appartement. Een zeer ruim apartement (2 slaapkamers, keuken, badkamer) met alle benodigdheden en een ruim terras met zicht op zee!! Nadat we spontaan uitgeladen hadden, maakten we ons klaar voor de eerste duik. Enthousiast sprongen we aan boord met wat Italianen en Duitsers (leuke combinatie). We keken wel wat raar op toen er daar eentje een droogpak bovenhaalde en een ander een half droog pak. We schilderden hen onmiddellijk af als "watjes" !! Deze overtuiging veranderde heel snel toen we zelf in het water sprongen en verkrampten van de kou. Heel die duik zou eigenlijk tegenvallen, mede door het feit dat geen van ons drie echt goed geslapen had, maar vooral omdat we verkleumd waren van de kou.
Nog steeds onder thermische schok stonden we 's anderendaags iets voor 10u bij Zivko aan de deur. "Hopeloos te laat" vertelde Daniel. Onze eerste kennismaking met het stadje Mali Losinj was niet zo vlot verlopen. Bij het inslaan van de levensnoodzakelijke voedingsstoffen (choco, 2 soorten salami, brood en een half krat Ozusko, Kroatische Stella) liepen we hopeloos verloren in het doolhof van maar steeds klimmende straatjes.
Hopeloos te laat wil dus zeggen een kwartier voor uitvaren van de boot en al helemaal gekleed ! We vergaten spontaan het koude gevoel toen Frederica, de enige vrouw die we aan boord zouden zien, haar Italiaans temperament toonde en klaarblijkelijk met haar blote kont in haar pak stapte. Harry zocht koortsig naar zijn bril en ik strompelde spontaan over mijn lood. Wat later bleek haar fraaie billenpartij gehuld te zijn in een nauwelijks zichtbare tanga alias 'billensplitser'. Haar BH verstomde ons met haar tijgerpatroon, die daar nonchalant aan de trap bengelde en wij (spijtig genoeg) nog onder water een caracol aan het nabootsen waren, zelfs met het legendarische verbruik van den Harry. Spijtig genoeg keerde ze na het weekend terug.
Tijdens de volgende duiken kregen we het vaste gezelschap van twee Polen en twee Duitsers. Een van die Polen dook met een hypermodern droogpak waar we allemaal naar verlangden. De twee Duitsers hadden blijkbaar ook kou gehad, want na de eerste dag duiken, sloegen ze al onmiddellijk een dag over. We zaten goed in ons duikritme en alles liep als een gesmeerde machine. We apprecieerden Zivko meer en meer, want die man bleek dit deel van de Adriatische als zijn broekzak te kennen en plaatste ons steeds feilloos op de juiste duikplaatsen. Je zag aan hem dat hij een levensgenieter is. Hij doet al het duikgedoe, zijn vrouw al het appartementgedoe. Zo eenvoudig en zorgeloos kan het leven van een Kroaat zijn. Afwisselend duiken we aan de oostkant en de westkant, afhankelijk van de wind. Op maandag deden we een dagtrip naar het eiland Srakane, eerst een duik op het zogenaamde rif en de tweede aan een grot, die zeer de moeite loont. Tijdens de middag deden we een picknick op het eiland, bewoond door een tiental mensen en ± 250 schapen.
Het weer in de periode rond eind april, begin mei is zeer wisselvallig. Temperatuur tussen de 15 en de 25 graden (maar te laag naar onze verwachtingen). 's Ochtends kan het zeer bewolkt zijn en winderig, maar tegen de middag open hemel en volle zon of omgekeerd.
Ondertussen begon Harry alvast te wennen aan de temperatuur onder water. (Hij had ook geen keuze !) De temperatuur schommelde tusen 7 à 8 graden op diepte tot max. 12 graden op trapdiepte.
Het water is echter heel helder en onze lamp hebben we dan ook alleen maar gebruikt om de fauna en flora bij te lichten om hun ware kleuren te zien. We hebben ons echter niet gewaagd aan een nachtduik gezien de lage temperaturen overdag.
Overzicht van de duikstekken rond Mali Losinj
Runjica
Een duik tegen het eiland aan. In trappen afdalen tot ongeveer -20m en dan naar -38m. Geen stroming. Weinig leven, enkel wat platvisjes en kalkkokerwormen. Begroeing die de moeite is vanaf -25m, maar de begroeide zones zijn gescheiden door zandplaten. Veel sponzen.
Rovenska
Eveneens een duik tegen het eiland aan, maar langs een muur onderwater die de basis vormt voor een pier. In het verlengde van de muur gaat het langzaam naar -28m, maar de muur zelf daalt af tot -47m. Deze plaats krioelt van het leven: gele sponzen, naaktslakken, prachtige spirographes, steekmossellen, aanzet tot gorgonen. Het mooiste van deze stek zit tussen de -30m en -45m. Een absolute aanrader !!
Koludarac
Duik tegen het eiland. Plateau tot -14m en dan een loodrechte muur tot -40m. Fauna vergelijkbaar met de Middellandse Zee: conger, kreeften, naaktslakken, octopus. Er is een kleine grot om -23m maar met sediment en veel opwaaiend stof.
Srakane (eilandje)
De eerste duik op dit eilandje deden op het Srakane Barrier. Een muur die van de oppervlakte steil tot -45m naar beneden gaat. Geen stroming. Een grote school zwalustaarten deed de ronde.
Een tweede duik deden we amper 200m verder, Srakane Cave. Hier is een zeer mooie grot met ingang op -8m. De ingang is vrij breed, maar niet zo hoog en leidt wat naar beneden om uit te komen in een grote koker halfweg die aan de oppervlakte uitgeeft en zo een grote lichtbundel naar de diepte stuurt. De grot loopt door naar achter met nog een grote ruimte vol met leven (zeeraaf - rascassse, citroenslak). Zonder sediment, maar enkel stenen maakt dat deze grot een prachtplaats is. Deze duik is een absolute aanrader.
Male Osir
Scherpe helling met op -17m à -20m een drop off tot -45m. Vele gaten en grotjes met verschillende levensvormen (geen vis). Op trapdiepte een grote hoeveelheid van een wiersoort (een soort heide onder water).
Zabodaski
Duik tegen het eiland Zabodaski (Zuidzuidwest). Tot -20m gelaagd en kloven. Dan een onregelmatige muur tot -38m. In deze muur veel gaten gevuld met leven. Deze duik mag ook niet op het programma ontbreken.
Zabodaski - Wrak Amsterdam
Het wrak ligt op -47m en is nog goed intact gebleven, maar helemaal niet begroeid en ligt op een zandplaat op zo'n 4 minuten palmen naar het eiland. De bodem gaat langzaam omhoog tot -15m om dat steil naar boven te gaan tot -6m. Veel leven op de muur: krabben (galathea), zeeëgels en zeekomkommers.
Privlaca
Duikstek vlak bij de doorvaargeul van oost naar west. Links van de geul aan de oostkant. Lichte stroming door de nabijheid van de vaargeul, maar kan omslaan naargelang het getij. Schuine helling met geïsoleerde rotspartijen. Op -35m een aantrekkelijk kleine muur met verschillende begroeing en een klein grotje.
Wij doken met het duikcentrum R.C. SuMartin, Sv. Martin Harbour 41, 51550 Mali Losinj, Kvarner, Kroatia
Tel. 051 / 232 835, Email: via website
Website: www.sumartin.com
Kvarner dive sites
Wil je een overzicht van de meest gekende duikstekken in de Kvarner baai, volg dan deze link en ontdek ze met gedetailleerde kaartjes erbij. Klik hier.
Het begint zo stilaan een obligate traditie te worden, begin november een verlengd weekendje doorbrengen aan de Côte d’Azur. Alzo ook dit jaar…
Als ze me op’t werk vragen waarom we toch steeds naar La Ciotat trekken, antwoord ik steevast dat we gaan voor de goeie secs… nergens geen secs gelijk ginder.
Meestal kijken ze me dan vreemd aan maar het is gewoon zo…
door Pascal De Roo
De vertegenwoordiging 2005: de onderwaternyphen Mario, Bert, Pascal en Harry met hun respectievelijke Gina, Veerle en Veerle. De madam van Harry had thuiswacht om duivenjongskes te prepareren voor de voetballende zoon op zondag. Ondanks talrijke doch vruchteloze pogingen kon onze Welbeminde Voorzitter helaas weer niet van de partij zijn. Zo hebben we het kunnen regelen dat er de zaterdag chappe geleverd werd voor zijn terras en dattem de maandag met een ‘l Oréal-smoesje naar Parijs gelokt werd.
Vrijdagavond wordt er dus klokslag 22 zonder Danny vertrokken uit de Hoegaardsestraat in Leuven richting La Ciotat. In de blauwe wagen (les bleus) poolen Mario en Bert en hun respectievelijke echtgenotes car, In de andere kar (les anciens) rijden Harry, Veerle en mezelf. Voor deze laatsten is het ondertussen al de 6e keer dat we naar ginder bollen.
“Alez, Alez, En route…” . We spreken dus af aan het duikcentrum ter plekke. Gezien La Ciotat ongeveer onze 2e thuis is, kennen Harry en mezelf zo ongeveer blindelings onze weg. We nemen dan ook even de tijd om Marseille te visiteren tijdens het ochtendgloren, ook dit wordt stilaan een traditie… Een combi volgestouwd met oproerpolitie biedt soelaas en ze zetten ons terug in de goeie richting …Vroeg in de ochtend is iedereen ter plekke en is het tijd om een petit café te gaan drinken in “de vuilen hoek”. De wc is hier blijkbaar volledig verbouwd. In het verleden is hier al menig stamgast door de pompiers uit z’n benarde positie bevrijd moeten worden. Voor diegenen die reeds de geneugten van café de vuilen hoek hebben mogen proeven: ge moet dus je broek niet meer laten zakken in’t café om zo ’t kleinste kamertje (hier was dat zeer letterlijk te nemen) binnen te schuiven.
Ahhh, 08u… tijd om ons kopke te laten zien in’t duikcentrum. Voor ’t eerst in al die jaren zijn we overgeschakeld van Plongée Loisir 2000 (PL) naar Plongée Passion (PP). Bij PL zat vaak een heel leger lager gebrevetteerden op de boot. Omdat er dan een locatie wordt uitgekozen waar iedereen kan duiken hypothekeert zo’n overvolle boot dan sterk de diepe duiken. Hier bij PP zou dit anders zijn werd ons beloofd… Philippe de manager, capitein en 2*I staat aan het roer van de zaak, ne sympathieke pé. “Harry, Bert, Mario, Pascal, vous êtes auto-encadréz, donc vous plongéz autonome. Ça vous vas ?” …. Evidamment! Philippe wijst ons de weg naar de boot en we kunnen ons materiaal uitladen. ’t Is een eindje lopen van de auto naar de kade met al je gerief maar kom… nie klagen.
We beginnen onze fles te monteren en droogpakken te prepareren voor de eerste duik. Bert huppelt een half uurtje voor het afmeren al vrolijk rond in zijn “Weezle Extreem +”. Het is dan wel november maar de temperatuur begint al redelijk op te lopen… bij 20°C worden de zweetparels duidelijk zichtbaar op zijn voorhoofd maar… nie klagen.
Mario en ikzelf besluiten wijselijk om het bij een licht onderpakje of dito training te houden gezien de zeer gunstige meteoprognose.Als we aan Philippe vragen waar we onze kleren en overige materiaal kunnen plaatsen wijst deze in de richting van een rode aftandse camionette. Slik… dat is dus de kleedkamer voor 30 man… nie klagen. En wat als dat hier begint te regenen? Nie klagen, nie klagen… in Wemeldinge is er ook geen kleedkamer. Toch maakt zich enige vorm van spijt zich meester over Harry en mezelf wetende dat er bij PL een kleedkamer is waar ze zeeschepen in kunnen assembleren. Hun boot ligt ook vlak bij hun duikcentrum en niet op een halve kilometer ervan af gelijk hier… Enfin ‘t is nu zo en we moeten het ermee doen. Al een sjans dat het heel goe weer aan’t worden is. De thermometer wijst ondertussen al 25° aan en Bert is al deftig aan’t chaufferen in zijne “Extreem +”, wetende dat de comfortzone hiervan ergens tussen 0 en 10°C ligt. Enfin, nie klagen…
De negerkes in Afrika hebben het nog warmer, maar t’ zal in ieder geval nie veel schelen.Het is druk op de kade. Een goeie 30 duikers moeten op 2 boten gestouwd worden. Guy, een instructeur van dienst leest de namen van de ploegen voor en wijst ze een boot toe. Wij zitten op de grote boot… samen met nog 30 anderen… maar,… nie klagen.
Eerste duikplaats: “La Balise” een sec waar ondiep gedoken kan worden, ideaal voor een eerste duik. We besluiten om de eerste duik in één ploeg van 4 te doen. We wachten tot de grote meute van boord is om ons te prepareren want er is gewoon geen beginnen aan. Gezien Mario en Bert hun 40m duiken nodig hebben besluiten we om toch even op diepte te gaan tikken. Al onmiddellijk worden we geconfronteerd met een beperking. Wij als sportduikers (Mario, Harry en mezelf) zitten opgezadeld met een recreatieve duiker die beperkt is tot 40m. Achteraf bezien is zo’n recreatieve duiker best handig want ge kunt daar uwen kodak aan hangen las ge eens wa dieper wil gaan, die zijn ook gelimiteerd tot op 40m. Mijn bodemtimer geeft als laagst gemeten watertemperatuur 19°C aan, nie slecht voor november.Terug aan wal stouwen we ons materiaal in de camionette tot de namiddagduik en kunnen we naar het hotel om in te checken. Jawel,…. Hotel La Rotonde, daar waar L’Horrible Monstre de Kaka du Méditerranée huist. Deze bleek daar echter recent ontsnapt te zijn en zou ‘s avonds in de straten van La Ciotat ronddwalen. Men weze gewaarschuwd. Nog meer slecht nieuws… De Manke was dicht… den ouwe Tchaad-veteraan was op congé. Hiermee konden we nie lachen. Waar moesten we nu afspreken voor we gingen eten of waar moesten we nu onze véritables rinken… Waar, O Waar… Heer waarom hebt U ons verlaten. Maar de Manke had aan ons gedacht. Als trendsetter had hij ervoor gezorgd dat ze in alle cafés zijn verdufte chips en dito nootjes serveerden tijdens zijn afwezigheid.Als we ’s avonds op weg zijn naar La Grotte om onze soupe du poisson avec sa rouille te nuttigen trapt Mario in een reusachtige drol. Dit moet er ééntje van L’Horrible Monstre de Kaka du Méditerranée geweest zijn… Ze hadden ons nochtans gewaarschuwd. Dit evenement ging echter niet onopgemerkt voorbij. Een oude koloniaal vergezeld van een dito luipaard sukkelde op Mario af en zwaaide met zijn loopstok terwijl hij luidkeels “t’as touché de l’argent, t’as touché de l’argent” scandeerde. Zo, nu wist héél La Ciotat ook dat Mario in de stront had getrapt...
Zondagnamiddag. De wind is opgekomen, er staat een fikse bries uit het oosten, we moeten dus “en abrit” duiken. In de luwte van de île Verte wordt een duikstek gekozen. Het wordt de La Grotte du Vierge. Ideale duikstek om die Fransen eens een poepje te laten ruiken. Je moet weten dat een fransman nagenoeg altijd met een 12l fles duikt en dat ze pakskes van 5 mm aanhebben, bijgevolg staan ze na een goed half uur al terug aan boord. Wij zijn voorzien van droogpakken, 3 flessen van 15l en één 20l fles.De duikstek heeft een diepte van maximaal 25m en er is weinig stroming… bijgevolg na 75min steken we ons kopke terug boven water. De rest zit al een dik half uur aan boord in de wind, in hun natpakske al klappertandend te wachten op les Belges… Terwijl ik aan boord klim vraag ik verwonderd en zonder een krimp te geven. “On est les derniers ??? “
Maandagmorgen, er staat nog steeds een stevige bries uit het oosten en de zee is ruw. Dit betekent niet veel goeds voor onze 40m duiken… maar dat is buiten capitaine Philippe gerekend. Hij bekijkt nog eens goed welk vlees hij in de kuip zitten heeft en hij laat meten hoeveel meter touw aan boord is. “Plus de cinquante mètres” luidt het antwoord. Vervolgens wordt er koers gezet richting “le voilier et pilotine”, een afgezonken tweemaster en pilootboot in het midden van de baai op 43m. Een eerste ploeg wordt naar beneden gezonden met een geuze. De geuze is een gewicht van ongeveer 7kg met een lange koord aan (daallijn), hieraan wordt een boei bevestigd. De geuze wordt naast het wrak gelegd, er wordt dus niet geankerd. Telkens als de boot langs de boei voorbij vaart springt één ploeg. Gezien de stevige wind moesten de ploegen zo snel op diepte aan de daallijn zitten, niet zo simpel met een droogpak. De ploeg net voor ons bestond uit twee oude franse rotten. Zij gingen met een voor ons ongewone sprong te water: een voorwaartse duik…
Ik moest en zou het geprobeerd hebben… en jawel dit werkt perfect! Verder was het een kwestie van zo snel mogelijk op het wrak te zijn omdat de bodemtijd behoorlijk beperkt is op 43m, zeker met de stikstofaccumulatie van de vorige dagen. Het werd dus een duik volgens het boekje: een goeie breefing, een degelijke materiaalcheck, op het “go” sein springen en onmiddellijk zakken, in ploeg langs de daallijn naar beneden, vanaf het moment dat we trap hebben, beginnen we te stijgen langs de daallijn en tussenin nog wat kotsen voor de Mario. Aan de oppervlakte was’t nu wachten op de boot om de ploegen op te pikken. Toch wel indrukwekkend als er op een goeie meter van je af een schip door de golven klieft en met zijn hele boeg uit het water komt om vervolgens met een gigantische smak vlak voor je neus terug te landen. Wetende dat Philippe op ankeren en stuurvaardigheid niet echt primus van de klas was, hebben we toch wel eventjes een slag of vier achteruit gepalmd, just in case…Eens aan boord werd je stabiliteit gegarandeerd door hulpvaardige mededuikers tot je was afgetuigd. Ondertussen kunnen we wel stellen dat Mario niet echt zeebenen heeft en hertappiseerde naar goeie gewoonte het schip met een volle laag kots… dit zowel in de boot als links en rechts over boord… Ge moet het maar kunnen. Philippe kon de nieuwe look van zijn boot in mindere mate appreciëren.
Telkens als we invaren, staan onze vrouwen ons op de kade weer reikhalzend op te wachten, zoals het goede zeemansvrouwen betaamt. Gina smachtte naar de zilte smaak van de zee op Mario’s lippen, doch fronst even onbegrijpend toen ze merkt dat de middellandse zee een eerder zurige toets blijk te hebben. Iets verderop is Harry op de kade bezig met het aanschouwen van vrouwelijke vleselijkheden van zijn medeplongeuses terwijl hij met zijn pak op zijn enkels staat.
Plotsklaps borrelt een levensbeschouwelijke Freudiaanse stellingname bij hem op. “Vanaf mijn 13e zou mijn leven nooit meer hetzelfde zijn… toen kwam bij mij het besef dat vrouwen, zonder dat ik het wil, mijn leven zouden gaan bepalen. Een kwestie van achter de fluit aanhollen dus”. Vlakbij staat nog een dartele 90-jarige hinde zich uit haar badpak te stropen om vervolgens al haar crevasses in te zepen en zich met de meest sensuele bewegingen terug af te spoelen. Hierna begon ze aan een welgemeende halfnaakte turnsessie… gelukkig hebben we nog niet gegeten doch het laatste brokje croissant moet er bij Mario uit.Dan maar rap enen gaan drinken om alles door te spoelen.
Alle gekende allimentaire etablissementen worden zorgvuldig met elkaar vergeleken en onderworpen aan de kwaliteitstest van ons madammen.
Aan de “souris d’agneau al la povençale” ofte lamsmuisje op provençaalse wijze (foto) waagt zich echter niemand. Om 23u gaat bij de meesten het licht stilletjes uit. We bruisen niet meer van het leven doch wel van de stikstof. Geen fut meer voor pinten in de Hoge Maai of de Vuilen Hoek… Ook mede door grote afwezigheid van de moeder der nachtbrakers “Nog-ene-djinke-jong?”-Daniël
De volgende dagen volgen île Verte SW, Les Rosiers, le Pain du Sucre, La Balise S allemaal duiken met “tombants” van -40m+ die rijk begroeid zijn met gorgonen en krioelen van het leven. De grote afwezigen zijn de merou’s of baarzen. Het word dus zoeken achter andere gewillige onderwater fotomodellen… Holen en spleten worden afgespeurd achter murenes, congers en octopussen, met succes.
Woensdag: nog 4 man op de boot Harry en ik en nog 2-mans ploeg. We worden gedropt op le Barancan, een tombant van -45m in de vorm van een half amfitheater met op 15m een plateau om nog een beetje te spelen als afsluiter. Aha een murene! Als ik nader trekt deze zich terug in zijn hol. Ik maak Harry duidelijk dat er in dat hol een murene zit waarop deze het OK-teken geeft. Spontaan begint hij dat beest zijn kot af te breken op zoek naar de bewoner… ???!!!? “Amaai… dienen heeft echt wel vertrouwen in zijn kevlar handschoentjes” dacht ik bij mezelf. Enfin ’t beest blijkt al langs een andere kant gevlucht te zijn. We maken onze laatste 10’ trap tussen de kwallen en klauteren aan boord. Als ik hem vraag of hij nu die murene gezien heeft in het hol dat hij had afgebroken, trek hij evenetjes wit, vervolgens groen, mauve en geel… Hij dacht dat ik een octopusje had gezien in dat holleke…Als toetje worden nog getrakteerd op een oefening van een escader canadairs in de baai, … de opscheppers…
Toegegeven, dit verslag komt moeizaam tot stand. De lezer zal onze belevenissen van vrijdagnacht en zaterdag bij wijze van flash back moeten vernemen.
Wij zijn Daniel, Koen, Mario en Harry en wij bevinden ons eenzaam, alleen en van de wereld afgesneden op het dakterras van hotel Santa Anna in het zonnige L`Estartit, Catalonie, Spanje.
Het gebrek aan contact met de rest van de wereld speelt ons volop parten. Dit blijkt uit de eerste ochtendlijke woorden van Mario: “Zeg, wie zou het Eurosongfestival gewonnen hebben?” Voor het overige stellen wij het redelijk wel en wij bereiden ons, met een uitgebreid ontbijt in de zon, voor op de tweede duik van onze vakantie. We blikken eerst even terug op wat (nu al) onherroepelijk voorbij is.
door Harry Vangrunderbeeck en Daniel Devriese
L´Éstartit, zondag 16 mei 2004, 7h40……………………………..L´Estartit, zondag 16 mei 2004, 17h55………………………………Toegegeven, dit verslag komt moeizaam tot stand. De lezer zal onze belevenissen van vrijdagnacht en zaterdag bij wijze van flash back moeten vernemen. Wij zijn Daniel, Koen, Mario en Harry en wij bevinden ons eenzaam, alleen en van de wereld afgesneden op het dakterras van hotel Santa Anna in het zonnige L`Estartit, Catalonie, Spanje.Het gebrek aan contact met de rest van de wereld speelt ons volop parten. Dit blijkt uit de eerste ochtendlijke woorden van Mario: “Zeg, wie zou het Eurosongfestival gewonnen hebben?” Voor het overige stellen wij het redelijk wel en wij bereiden ons, met een uitgebreid ontbijt in de zon, voor op de tweede duik van onze vakantie.We blikken eerst even terug op wat (nu al) onherroepelijk voorbij is. Rotselaar, vrijdag 14 mei 2004, 19h30Op deze prachtige lenteavond vertrekken Mario en ik om onze reisgenoten Daniel en Koen op te halen. Rond 21 h is het gezelschap compleet en vertrekken wij vanuit Limburg voor een lange nachtelijke rit naar L´Estartit. Mario en ik zijn er nog nooit geweest, Koen één keer en Daniel kent er waarschijnlijk alle vissen, serveersters en duikscholen bij naam en toenaam.Zaterdagmorgen rond 09h ter hoogte van Cap d’ Agde:“Mare Nostrum”! Links van ons blinkt de Middellandse zee in de zon. Vakantiegevoel!Na zowat 13 uur rijden (1400 km en oneven), draaien wij de parking van duikcentrum La Sirena op. Al bij al is de rit voorspoedig verlopen. Spijtig dat onze Waalse halfbroeders de E25 over zowat 45 km hadden omgelegd. Van alle Europeanen zijn de Walen de meest omgelegde. De signalisatie was dan ook navenant. En zeggen dat die ooit het Eurovisiesongfestival gewonnen hebben (dit volkomen terzijde).Hotel Santa Anna en de gereserveerde suite voor 4 personen blijkt ook mee te vallen. Op naar de haven voor onze eerste duik (zaterdag 16h30). Bij aankomst in het hotel: de eerste brokken. Even in de kluis geweest en ´t ging al niet meer. Bij poging tot herstelling: dozeke nog kapotter. Dan maar een draagbare kluis (een meeneemkluis zeg maar). Dat geeft een veilig gevoel. L´Estartit, zondag 16 mei, 8h30Nog steeds geplaagd door de vraag wie nu wel het Eurosongfestival mag hebben gewonnen staan wij dus in de haven. Gisteravond zijn wij een pint gaan drinken in de enige bar waar het festival niet op het scherm stond en nu hebben we een beetje koppijn omdat we ons het hoofd breken over de winnaar. Eigen schuld, dikke bult.Bij onze ochtendduik (Carai Bernat) is de fauna op de afspraak: Merou´s (groot en veel), Rascasse (rood, groen, veel, groot). Scholen brasem, de onvermijdelijke girelles en zwaluwstaartjes houden ons gezelschap gedurende de ganse duik. Een héél tevreden stelletje duikers zakt af naar het terras van Maria Carmen voor nutritie en hydradatie. Het zal echt niet aan de nutritie en hydradtie gelegen hebben, maar de namiddag wordt een brokkennamiddag. Temidden van onze siësta zakt Koen door een terrasstoel. Met een sublieme beenveeg molt hij en passant ook nog onze enige asbak. Koen zelf blijft geheel intact en rondt enkele uren later zijn zoektocht naar een nieuwe asbak succesvol en zonder kosten af.Op de boot, later die dag, wordt mijn ontspanner het slachtoffer van een vallende fles. Hier zijn wel kosten aan. Gelukkig heb ik geen aspotten kapot gedaan! Met een inderhaast gemonteerde reserve dan maar de tweede duik (La Vacca) aangevat. Verdomme. L´Estartit, maandag 17 mei 2004, Mario vermoedt dat onze kamer op zijn minst een potentiële winnaar van het Eurovisiesongfestival telt. Solo, mono, stereo een nieuw muziekgenre krijgt vorm. Volgende keer geen fototoestel meenemen maar een bandrecorder. Zelf zit hij nog met twijfels maar volgens mij mag hij zeker meedoen als de rest van de band zich in de voorronde lanceert.Eigenlijk missen wij op deze reis een natuurkenner als Jos Smeyers. Wat zou deze specialist zich verheugen in het beschrijven en onderscheiden van al deze natuurgeluiden. Wellicht hoort hij geblinddoekt en in het donker het verschil tussen een instructeur, een 3 ster duiker, een 2 ster met dieptebeperking enzovoort. Ook een goed idee voor een clubkwis trouwens.Bij het ontbijt (op het dakterras, juist) maken wij ons wat zorgen om de samenpakkende wolken en de wind. Het duikcentrum wellicht ook. De Neptuno voert ons naar Les Fernelles, dichtbij en beschut. Daniel verwacht niet veel van zulk een duikplaats voor twijfelachtig weer. Het moet gezegd dat het zicht beter kon (het zicht is trouwens nog nooit optimaal geweest tot dusver) en dat de stroming ook best wat minder mocht zijn. Onvoorspelbaar als altijd vergast de zee ons echter op een prachtig schouwspel: onze buddy’s, de brasems, verlaten ons ijlings om samen met een grote Merou een inktvis te verscheuren. Wat verder vinden we een even grote inktvis, levend en wel. Wellicht de partner van het vissevoer van daarnet. Daniel toont zijn medeleven en laat de kans om met de treurende weduwe te dollen voorbijgaan. Vrijgezellen!Namiddag. Het weer is terug zoals het moet: 25°C, lichte wind. Wegens recente instorting in de baai van “Pedra del Dieu” (God´s rots) is de duikstek daar onbruikbaar. Men schotelt ons weer La Vacca voor. Van een goed gerecht kan men twee keer eten. Geen probleem.De duik was alweer de moeite. 50 minuten voorbij zonder dat we er erg in hadden; Onze Franstalige mededuikers op de boot zien dat even anders. Na ons in het water en voor ons er uit. En wat horen wij zeggen in de taal van Molière, maar niet om te lachen: “Ces Belges sont cons” . Ze hebben nog geluk dat ik zoveel verbruik of ik maakte het uur helemaal vol, afgerond naar achter, als u begrijpt wat ik bedoel. Misschien gaan de heren graag kort en diep. Of misschien hebben wij het Eurosongfestival gewonnen en zij niet. Ces Français sont jaloux. L´Estartit, dinsdag 18 mei Vandaag toch Pedra del Dieu. Ondanks de instorting kan de duik er vandaag, maar alleen aan de oostelijke kant. Ergens schijnt God niet te willen dat zijn rots bedoken wordt want zijne goddelijke hoogheid legt een dikke mistlaag rond haven en rots. Miguel, onze schipper vond na twintig minuten rondtuffen dan toch eindelijk een boei…. van het verkeerde eiland. Daniel had tevoren al enkele boeien aangewezen. Bij nadering bleken ze te kunnen krijsen, vliegen en dobberen: zeemeeuwen. Als ware Odysseusen wisten wij dat er een offer zou moeten geplengd worden om de goden gunstig te stemmen. Koen en Mario verzonken in gebed. De ene beloofde in stilte zijn blaas . De andere zijn maag . De schipper vond zijn rots en de goden kregen hun deel. Het is zover. Mario moet kotsen. Toch denkt hij hierbij niet goed na want hij miste mij met een halve meter.Als ik zou moeten kotsen, ik zou het doel raken; de jongen is er wat van gedaan .Ook neemt hij nog slechts zelden de woorden San Miguel in de mond ( enfin, ja en neen). Met ouder worden zal dat wel overgaan. Trouwens een vaststelling van mij en Harry. Niettegenstaande ouder worden een zeer ingewikkeld proces is, slagen sommigen er in dit zonder moeite te volbrengen. Vannacht heb ik trouwens zin gehad Mario wakker te maken: iedereen sliep zonder snurken. Dat moest hij toch horen.Toch maar laten liggen. Hij was er mij dankbaar voor. Namiddag.Wij maken ons zorgen om Koen.Het zou kunnen dat de Goden het geplengde offer niet aanvaard hebben. Bij het plegen van het ritueel passeerde een plezierboot vol dames…. Aan de verkeerde kant. Moet hij de wraak der goden vrezen? Benieuwd of hij zijn camera met onderwaterhuis meeneemt bij de tweede duik.De namiddagduik is op Pota del Lop. De goden bleven ons en het onderwaterhuis goedgezind. De duik verliep in de schaduw van het rotseiland en voelde koud aan. Ook wordt het zicht steeds slechter.Wat is er toch met Mario? Deze voormiddag had de jongen problemen om zijn eten en drinken in zijn lijf te houden. Deze namiddag is het een probleem om zijn maag vol te krijgen .Drinken met gesloten mond: gesmos verzekerd. We zullen hem moeten thuislaten en zonder hem nog wat inspiratie moeten opdrinken.Na een raadpleging bij Dr. Zoenk (Daniel) is Mario overtuigd om toch mee een stapje in de wereld te zetten. Kwestie van hoofdpijn uitstellen tot morgenvroeg. L´Startte, woensdag 19 mei 2004 Wij staan om 9 h op de pier. Het wordt al een gewoonte. Vlak voor het inschepen wordt Mario opgebeld door zijn werk. Ook dat wordt een gewoonte. Om de routine te verbreken zijn er die al eens een tas met computer en kompas en zo op de stoep van het hotel zouden laten staan. De schipper wil weer naar La Vaca. Ook dat wordt een gewoonte zeg! We zagen een beetje en vragen Delfi. We krijgen onze zin. Ook krijgen we er een Hollander bij. De man was met zijn dochter gekomen om samen te duiken, maar die is niet goed van oren en poten. Enfin zeker niet van oren.Na een kort interview met Daniel, blijkt het een ervaren Padi divemaster en brandweerduiker te zijn. Daniel vertrouwt hem langs zijn neus weg toe dat wij alleen gisteren niet als eerste in het water lagen en er als laatste uitkwamen. Woorden nog niet koud of, plons, Hollander in het water. Zeg, brandt het ergens? Vervolgens plons, plons Daniel en Harry in het water, Allebei zonder rechterhandschoen! Mario smijt ze ons met een sierlijke boog achterna. Duiken kan bij ons clubje geen routine worden. De Hollander, zo zien wij nu, duikt zonder handschoenen.Wij hadden hem ingehuurd als hekkensluiter, maar hij hangt in de tunnels van de grot al gauw tussen ons in. Koen is nu hekkensluiter én onderwaterfotograaf. Niet echt de beste combinatie. Bovendien slikt hij al ons stof en het zicht was, alweer, niet goed (een meter of vier). Wellicht doen wij de volgende duiken in kleinere teams.Al bij al een leuke duik. Voor Koen wat minder.De namiddagduik doen wij op Carai Bernat. Koen heeft nu een Engels vriendje. Na de duik spreken wij met de man af om s’avonds in de Casi Casi bar de duikboekjes in te vullen. Geen Engelsman gezien. L’Estartit, donderdag 20 mei 2004 Het is moeilijk opstaan vandaag. Persoonlijk begin ik mij af te vragen of het geen zin heeft dat de Verenigde Naties een wereld Coca Cola dag organiseren. Dan kon ik vandaag met een rondje Cola tracteren voor mijn tweehonderdste duik. Mario is ondertussen ook al de vijftig voorbij. Vijftig duiken, laat daar geen misverstand over bestaan.Normaal zijn wij vandaag niet geboekt voor duiken in het natuurreservaat (de eilanden) en wordt het de kust. Het duikcentrum heeft echter een prettige verassing voor ons. We mogen toch naar de eilanden. Beter geschikt voor een jubileumduik ook!De Engelse buddy van Koen is ook weer van de partij. Hij was gisteravond in slaap gevallen; Ja, wij ook, alleen wat later. We merken trouwens dat Koen steeds verder van de boot bovenkomt. Niet dat hij er veel last van heeft, zo aan het touw van de zodiak. Al in L’Estartit geweest? De plaats is beroemd in onze club en verdient haar reputatie. Een gezellige haven met een mix van zeilboten, vissersboten en duikscheepjes. Een lekker ruikende drukte op de lange kade vol terrassen. Overdag eet, drinkt en paradeert hier een internationaal vakantiegezelschap. De terrassen doen gouden zaken. S’Avonds is het wat minder. Dagtoerisme? Appartementtoerisme? Is het dan nog te koud voor de Spanjaarden?Eén terras heeft overdag én s’avonds altijd ruimte zat. De Pita zaak op de kade. Mario zegt altijd als wij er langs komen dat we hier eens zouden moeten komen eten. We schieten - tot irritatie van de verveelde ober- altijd in een harde lach als we er voorbij komen. Spanjaarden zijn zoals reptielen. Bij opwarming komt er leven in. Heel de winter heeft de haven er rustig en stil bij gelegen. Nu bij het begin van het toeristische seizoen is men hier lustig de haven aan het opbreken. Water en elektriciteit leggen. En de duikcentra maar klagen. Ook het trottoir voor de Liquit Bar moest er helemaal aan geloven. Een fameuze toeristische attractie minder. Het hotel herbergt steeds meer (Belgische) duikers. Een gezelschap uit Meise is neergestreken. De instructeurs kan je er zo uithalen. Daar komt meer en andere praat uit nietwaar? Die van ons heeft zich op de fysica geworpen en werkt aan een gecombineerde drank-druk en gaswet die hij in de badkamer uittest. De nieuwe gecombineerde wet vindt geen toepassing in de duikwereld maar is alvast een goed argument tegen de wereld Coca Coladag. Ze komt in de handboeken als de wet van Devriese. De wet van Murphy (gas, explosieven en materiaalwet). Deze wet bepaalt. Als er iets misgaat, hou dan steeds rekening met het slechtste scenario. De boterham met choco valt aan chocokant op de grond. Newton is ook een klootzak. Maar als er iets mis gaat en ge hebt gezopen? Telt niet, Murphy is geheelonthouder! Daarom vrienden aller landen, Drinken en Murphy laat je met rust. Nonkel Alzheimer daarentegen! Begrijp je? L’Estartit, vrijdag, 21 mei 2004 La Sirena blijft zichzelf overtreffen: nog een dagje op de eilanden zonder reservatie. Vanavond hebben ze ons bovendien uitgenodigd op een grote pot sangria. Daniel heeft hen zeker de nieuwe druk-drank- en gaswet uitgelegd.Geen Hollanders of Engelsen vandaag. We duiken terug met vier. Koen leidt ons door de gangenstelsels van Delfi noord. Mario eet echt graag kebab. Na al enkele dagen gezegd te hebben: “hier moeten wij eens komen eten”, is het hem vandaag gelukt ons er te doen neerzitten. De dag van de moslims was echter nog niet begonnen. Drinken O.K., zelfs alcohol. Eten? Ha dààr kwamen jullie voor. De kaart. Wij onze keuze gemaakt. Wij onze keuze veranderd. Gerecht vijf, zeven, elf en twaalf niet beschikbaar. Schaap nog niet doodgevallen. De namiddagduik is op El Medallot. We delen de boot met enkele Italianen en een scheut Walen en Fransen. El medallot is een klein eilandje waar we op verschillende diepte twee maal rond gaan; Het zicht bereikt stilaan Oosterscheldeniveau en de stroming deed ook goed haar best. Boven ons werd met de zodiak gevaren.Bij het bovenkomen bleek er meer aan de hand dan een afgedreven Waal of Italiaan.Een stel van onze Franstalige broeders was elkaar kwijt geraakt. Eerder waren ze ook al de weg kwijtgeraakt. Allemaal niet erg, maar in de hele heisa hebben ze blijkbaar hun luchtverbruik verkeerd ingeschat en dan maar de trappen overgeslagen;Als ik mezelf aan de kippenladder omhoog hijs is de schipper bezig een nieuwe fles op een zuchtende en vloekende Fransman te gespen. “ Je dois faire mes palliers!” Met deze stroming zijn ze natuurlijk in verspreide orde bovengekomen: de andere twee hangen enkele honderden meters verder onder de zodiak aan een nieuwe fles.Daniel heeft nog 80 bar over en vergezelt de crashdiver op zijn pallier naar 9 meter ondanks een betweterig ”pas necessaire”. De traptijd, zo vernemen we, is behoorlijk opgelopen. Een andere (normaal) bovengekomen Waal neemt met de fles van één van de Italianen (90 bar) de taak van Daniel over na een vijftiental minuten; Wij roken nog vlug een sigaret voor de zuurstoffles op het toneel verschijnt. Ondertussen komt de zodiak met de twee anderen al aangezoemd. De Italianen hebben het ondertussen ook door en richten de ogen ten hemel. Les Belges sont cons, maar dan in het Italiaans. Klopt wel een beetje: de computers wijzen 49 meter diepte aan.En zeggen dat de Walen ooit het Eurovisiesongfestival gewonnen hebben ( J’aime, j’aime la vie, Sandra Kim, 1985 of was het 1986?). Dit geheel terzijde. De trappenmaker onder de boot is ondertussen ook boven. Met een hele uitleg. Hij wil trouwens niet aan de zuurstof. Wel een sigaret. Kijk, de Marlboro man! De bemanning heeft ondertussen via de radio al vervoer naar de caisson geregeld. Onderweg besluiten de Fransman en de twee Walen dat het niet nodig is. Ze willen trouwens graag duiken morgen. Sonny, de instructeur van La Sirena, bijt zichtbaar op zijn lip als hij zegt dat het idee hem niet echt bevalt;Mario heeft voor hen ook nog een oneliner: “Dat kunt ge in een steengroeve toch allemaal niet voorkrijgen hé?”. Ze zijn er even stil van. Het is voor hen te hopen dat ze hun pint deze avond nog kunnen optillen zonder pijn in de schouder. Voor mij is het de eerste kennismaking met wat Daniel noemt: ”ongezellige drukte aan boord”. Het hoort er niet echt bij. De stemming wordt weer goedgemaakt op de drink ons aangeboden door Quimed, de baas van La Sirena, en zijn crew van Catalanen (Miguel), Brusselaars (Louis), Vlamingen (Sonny) en Fransen (Hugo). Bedankt jongens, de service was vlekkeloos, ook en vooral toen het er echt om spande. De apenootjes op de drink werden eveneens zeer gesmaakt. En een lift naar het hotel er bovenop! Catalonie is Egypte niet. Ik herinner mij een trip naar Egypte waar wij de laatste dag ook een babbel hadden met de baas van het duikcentrum. Om ons geld terug te vragen. Hebben we al iets gezegd over de dochter van Quimed? Neen, goed dan, dat houden we voor ons. 24 jaar en de rest mag je raden. Na enkele pintjes laten we misschien iets los. Begrijp je de uitroep van Danny enkele jaren geleden?(“Sofie”) Wel, zoiets.Als Harry gedronken heeft gaat Alzheimer aan het werk, maar dan omgekeerd. Het verleden van Grieken, Romeinen en Egyptenaren komt dan samen boven tot je er een punthoofd van krijgt. L’ Estartit, zaterdag 22 mei 2004 Daniel, Mario en ik maken een laatste duik (Carai Bernat, weer op de eilanden, wat dacht u?). Koen kiest voor uitslapen. Na de duik (prachtig, maar dat vinden we al normaal), horen we dat de Walen van gisteren gezond en wel zijn. Ze stonden op de stoep van hun hotel te wachten om te gaan duiken. Ze werden door La Sirena geweigerd. Van de Fransman was er geen nieuws. Rotselaar, zondag 23 mei, 04h55 Ik sta met stramme knoken en met een natte duikzak op mijn oprit en kijk de achterlichtjes van de Opel na. Een beetje spijtig. Dat Eurovisiesongfestival…. ik moet er alles over weten……..
Eind februari, koud en guur weer in België. Het verlangen naar het zonnetje brengt ons naar het reisbureau Maxi Holidays in Leuven. We boeken er vlug een last minute naar Cyprus . Wij dat zijn Bert, Danielle en ik.
Het probleem met last minutes is dat je niet weet waar je terecht komt. Ze droppen ons in Pafos. Laat dat juist de thuisbasis zijn van het Cydive duikcenter. Na vier dagen in een huurauto het eiland verkend te hebben besloten we met deze duikbasis in zee te gaan, letterlijk.
door Walter Van Den Eynde
Dankzij Bert zijn onderhandelingstechnieken kregen we een fikse korting op de duikprijs. We vroegen welke plaatsen aangeraden waren. Van de meer dan 40 plaatsen waren de volgende zeker de moeite voor een duiker met iet of wat ervaring. Het wrak de Zenobia, de beroemste duikplaats van Cyprus. Klein detail het wrak ligt niet bij Pafos, maar bij Lanarka. Deze duikplaats zagen we niet echt zitten om twee redenen. Ten eerste de afstand, Lanarka is als alles goed gaat minstens twee uur rijden. Ten tweede het prijskaartje, meer dan 4000 frank voor twee duikjes. De andere duikplaatsen die de vriendelijke dame ons voorstelde , wel in Pafos, waren, het wrak de Vera-K, Wall Street, 100 foot reef en Amphora Caves. Vertrouwend op haar kennis van de plaatselijke sites gingen we akkoord. Hier volgt dan een beschrijving van de duikplaatsen in de volgorde waarin wij ze gedaan hebben.
100 Foot Reef
Volgens Cydive: een betoverende duik op dieptes tussen 26 en 35 meter. Er zijn een aantal kleine drop-offs en grotjes om te onderzoeken. Zoek voor octopussen en murenes in de kleinere gaten en kleine vissen onder de overhangen. Als je naar boven kijkt kun je duidelijk onze boot zien. Mijn mening: de boot is inderdaad te zien.Tussen de eerste en de tweede duik hadden we een gesprek met Lee Sutton een PADI en SAA (Britse afdeling CMAS) instructeur. Hij vertelde ons dat we in deze periode niet te veel moesten verwachten van het onderwaterleven. Het water was daar nog iets te koud voor (eind februari). Maar we moesten ons geen zorgen maken, de andere plaatsen die we gekozen hadden moesten het niet hebben van de visjes.
Wall Street
Volgens Cydive: een lange kloof in het rif met vele overhangen en kleine grotten. De wanden zijn bedekt met sponzen en schaaldieren. In de grotjes kun je baarzen vinden. Dieptes tussen de 25 en 30 meter. Mijn mening: Wall Street is inderdaad beter dan de eerste plek. Op een aantal plaatsen zitten er baarzen. Het rif is begroeid met neptunesgras en sponzen. Alle spleten zijn volzet met zwarte en paarse zeeëgels. De zandbodem is bezaaid met met skeletten van zeeëgels. Hier en daar kruipen er grote zeesterren rond. Voor de derde duik waren we niet alleen. Er doken nog zeven beginnelingen, begeleid door twee instructeurs, mee. Op onze open motorboot was er net plaats genoeg. Mits wij al enige ervaring hadden met toestanden zoals te veel volk op de boot, hadden we ons reeds grotendeels klaargemaakt voor we uitvaarden. Het enige wat we na het ankeren nog moesten doen was onze fles op de rug hangen. Zo zouden we niet in het gedrang en gesukkel van de beginnelingen geraken (zij moeten zich niet schamen, elke duiker is ooit zo begonnen) en we zouden zeker niet in hun stof zitten. De boot was nog niet goed geankerd of wij zaten al op het wrak.
De Vera-K
Volgens Cydive: een Libanees vrachtschip ongeveer 200 meter lang. Vastgelopen op het rif in 1972, vormde een gevaar voor de scheepvaart en werd opgeblazen in 1974. De explosie vormde een krater waarin het wrak ligt op ongeveer 10 meter diepte. Van het wrak kun je nog vier grote delen onderscheiden, waarvan de brug nog redelijk intakt is. Mijn mening: het is een tof wrak, natuurlijk geen Tistlegorm, maar toch. In de krater, ongeveer 300 meter lang, zoeken vele visjes beschutting tegen de stroming en de golfslag boven op het rif. Ieder gat of spleet in het wrak heeft wel een huurder. De grappigste hierbij zijn de blenny’s of slijmvissen, die evenveel interesse voor ons toonden als wij voor hen. Ze keken ons met grote ogen aan vanuit hun veilige schuilplaats. Vlakbij het wrak ligt een grote boog, doorgang door een rots, een mooi kunstwerk van moeder natuur. De boog vormt het thuis van een paar baarzen. Na een klein uur vonden we het welletjes, onze fles was nog half maar de koude begon door te dringen. We keken rond ons en zagen dat we nog alleen waren. Ja, zo gaat dat met Odysseeërs, eerst erin en laatst eruit. Toen we boven kwamen zaten onze zeven collega duikers al een kwartier uit hun pak te bibberen. De twee instructeurs, in hun droog pak, stonden te gniffelen. De verantwoordelijke van de boot vroeg onze manometers te zien. We kregen een dikke knipoog, waarschijnlijk als bedankje dat we niet tot 50 bar waren doorgegaan. Hij vroeg aan Daniëlle waarom ze haar fles had laten vullen als ze toch niet ademde. De tweede dag en vierde duik waren we terug de enige duikers aan boord
Amphorae Caves
Volgens Cydive: een aantal kleine grotten en doorgangen, waarbij er in één Romeins aardewerk in het plafond vastzit. Volgens archeologen en geologen, die de grot onderzochten, zou een reeks aardverschuivingen gedurende de laatste 2000 jaar ervoor gezorgd hebben dat de oorspronkelijke bodem nu het plafond vormt. Mijn mening: de duikverantwoordelijke van Cydive gaf me een uitgebreide beschrijving van de te volgen route. De grot met de amforen vinden is niet evident, zelfs al vind je ze niet, bied deze plaats genoeg plezante doorgangen en grotjes. Inderdaad de amphorae cave was niet gemakkelijk te vinden. Wat de duikverantwoordelijke vergat te zeggen, was dat een aantal grotjes gelijk stond met een massa. Het rif leek wel op een Zwitserse kaas. Na 25 minuten had ik de amforen grot eindelijk gevonden. Het plafond steekt vol met aardewerk. De rest van de duik was overal onder en door kruipen. Na 50 minuten zag ik Daniëlle rillen. Ik vroeg of ze het koud had, maar ze ontkende heftig. Nog een kwartier later waren haar rillingen opgelopen tot zeker zes beaufort. Ik besloot dat het hoog tijd was om de duik te stoppen. Dit was voor mij wel de mooiste plek van de vier.
Omdat Albert stelde dat je als voorbereiding op je 4* examen best ook eens in andere clubs gaat trainen, begon ik maar een aantal clubs te selecteren.
Het was hier toen begin september en al snel donker en fris aan het worden. De prachtige stranden en warme helderblauwe water van Hawaii leken me toen een aangename trainingsplaats.
Omdat ik m'n loop- en zwemtraining dan ook meteen voor de' Iron Man' zou kunnen gebruiken, pakte ik m'n spullen maar bij mekaar en 2 dagen later stond ik met m'n voeten op Hawaiiaanse bodem.
De Staat Hawaii bestaat uit verschillende eilanden en Oahu was er m'n eerste verblijfplaats. De noordkant van de eilanden is steeds zeer winderig en eventuele regenwolken blijven vaak in het midden tegen hun vulkanisch gebergte steken.
In dit binnenland vind je dan ook nog ongerept tropisch REGENwoud wat niet alleen door mezelf maar ook door de filmploegen van 'Jurasic Park 3' werd ondervonden. Je voelt de eerste druppels en 1 minuut later zie je geen steek meer voor je ogen van het dichte regengordijn. (de busbestuurder zag ons graag terug opstappen …).
Langs de zuidkust van de eilanden is het steeds aangenaam om te vertoeven. Honolulu en het nabijgelegen Waikiki beach zijn hier gelegen en dit Japanse Benidorm wordt dan ook door vele Honey Mooners overstelpt.
Bij Pearl Harbor hebben de Japanners de Amerikanen even een poepje laten ruiken en de bewijzen hiervan kan je in het opgerichte Memorial en bijhorende museum gaan bekijken.
Het hele eiland telt voorts nog ontelbare mooie stranden waaronder een aantal van fijne lavakorrels wat een uniek zwart strand oplevert. Twee luchtvaartmatschappijen verzorgen er binnenlandse vluchten tussen de verschillende eilanden. De langste vlucht duurt ongeveer 50 minuten en een enkel ticket kost 50 $. Met Hawaïn airways vloog ik door naar The Big Island, het mekka van de Iron Man en bekend om zijn vulkanische duiksites.
Turtle Heaven deed zijn naam eer aan.
De talrijke soepschildpadden stoorden zich niet aan ons en lieten zich rustig door de poetsvisjes van hun algen en parasieten ontdoen. Onze 'Daniël'-instructeur kende er alle diertjes bij (Latijnse) voornaam en zette Octopussy even in pose om te zien hoe dit als trouwring zou staan …
Voorts 'the usual' qua onderwaterleven, veel hard koraal en een goei 15 meter zicht. Eel Garden was dan weer het domein van de murenes. In elk gat zat er wel eentje verscholen. We hebben naarstig gezocht achter de zeldzame Panter Murene maar deze bleek zelf ook op verlof te zijn …
De duikplaatsen hebben allemaal een aparte bodemstructuur die gevormd werd door de vele vulkaanuitbarstingen waarbij het lava langs de bergwand langzaam de oceaan ingleed. Onder water resulteert dit in prachtige canyons en grote schubachtige plateau's.
Net als bij voorgaande duik zit de rest van de groep al een half uur terug aan boord als we aan de boot arriveren (omdat de instructeur op reserve zit). De Odyssee-training begon zijn vruchten af te werpen … Het hoogtepunt van m'n duiken hier, beleefde ik op Molokini. Dit is een halve maanvormige vulkaankrater welke de toeristische trekpleister van het eiland Maui vormt.
De kunst is hier een organisatie te vinden die als één van de eerste (om 5.30 AM) er naartoe vertrekt, want als de eerste duikploegen zich vertonen, vertrekken de meeste haaien, roggen en manta's naar open zee.
We arriveren als eerste en het deed goed terug te zijn op de plaats waar ik een tiental jaar geleden bij het snorkelen besliste om er ooit als duiker terug te keren.
We doen de eerste duik aan de binnenkant van de krater. Het water was kristal helder en de rest van de duikploeg bleek een plaatselijke club te zijn. Met zo'n gidsen kon het enkel maar meevallen en dat was ook zo.
Als er geen haai in ons gezichtsveld was wisten die gasten wel een inham en overhang te vinden waar deze dieren even gingen verpozen. Een adelaarsrog demonstreerde zijn balletkunsten en schilpadden deden kamasutrastandjes om aan de onderkant van stenen, de mossen te kunnen verorberen.
Wanneer we een murene met poetsgarnalen tegenkwamen nam een van de mededuikers zijn ontspanner uit en opende de mond. Als bezettenen begonnen de poetsgarnalen zich op zijn witte tanden uit te sloven. Wat een mens allemaal niet doet om geen tube tandpasta te moeten kopen … De buitenkant van de krater wordt door hen de 'Back Wall' genoemd. Deze kraterrug ligt steeds in serieuse stroming en loopt af tot de onmetelijke diepte van de oceaan. De dagtoeristen doen deze kant niet vaak aan want je kan hier moeilijk snorkelen en enige duikervaring is een must!
De laatste dagen was er vaak melding gemaakt van manta's maar ik heb ze er niet gezien. Murenes en roggen met hopen en af toe nog een rifhaai.
Als we terug bovenkomen ligt heel de binnenbaai al vol met de dagjestoeristen. Het is een gejoel van gewelste, overal snorkelaars in het water,
kinderen die van schuifafs het water in plonsen en rond de BBQ's staan de bierdrinkende mannen hun kroost aan te moedigen. Je zou je als haai voor minder uit de voeten maken … en wij dus ook. Een andere prachtige bestemming is het eiland Lanai. Het is nog een vrij ongeschonden gebied want niet zoveel organisaties bieden deze lange boottrip aan. Hier duik je gegarandeerd tussen dolfijnen en zijn er prachtige 'kathedralen' en tunnels begroeid met de mooiste koralen. Iedereen die ik erover sprak zei dat het een 'must to do' is maar ik had er toen geen 8.000 BEF voor 2 duiken voor over.
Net als 10 jaar geleden besloot ik om er ooit in maart nog eens terug te keren. Dan vertoeven de fameuze bultrugwalvissen in het gebied en een ontmoeting met deze dieren moet een unieke belevenis zijn. De vele foto's ervan die in alle duikshops hangen te pronken, hebben mij alweer een nieuwe duikdroom gegeven.
Nu enkel nog het groot lot winnen of een Platinum Dinners Club kredietkaart van de clubbladredactie meekrijgen …
Het bezoek dat Yuki samen met enkele vriendinnen bracht aan Europa kon uiteraard niet zonder een bezoek aan de club. Het weerzien leverde ook nog een uitnodiging voor een tegenbezoekje op. Wat eerst iets was van ja maar 't is nogal ver en een duur werd na het nodige overleg en mails toch een mogelijkheid.
Duiken in Japan is een zeer dure zaak aangezien de duikleiders beroeps zijn en de lonen in dit land erg hoog liggen. De belofte duikleidingen te willen doen bracht dan ook heel wat in beweging en zo werd het betaalbaar dit land te bezoeken. Vanuit Japan word plots ook Truk Lagoon een haalbare zaak. Dit kleine eilandje is wereldberoemd bij duikers omwille van de wrakken die je er aantreft. Het was immers op Truk dat in 1943 de Amerikaanse luchtmacht erin slaagde 70 oorlogsschepen van de Japanse zeemacht te vernietigen en also de strijd in Azië definitief in haar voordeel om te buigen. Dit is het verslag van een vermoeiende maar meer dan schitterende reis.
door Danny De Potter
Donderdag 26 juli
Joepie, eindelijk weg. Met 30 minuten vertraging en toch nog op tijd geland in Frankfurt, en dat in een vlucht die slechts 65 minuten zou duren. Die van Lufthansa zijn deden weer een blitskrieg. Verdorie met een Duitse maatschappij naar Japan, als ze nu nog een tussenlanding maken in Italië is het helemaal W.O.II. Enfin, deze bak zit vol schoon Oosters volk en mij hebben ze weer tussen de gepensioneerden geparkeerd. Nu Pascal nog om mijn boeken verloren te doen en het kan niet meer stuk. Van de 24 Hoegaerdens die ik in Zaventem nog in de tax-free gekocht had heb ik er bij het einde van de vlucht naar Osaka nog 6 over. De rest verkocht aan mijn Japanse grootmoeders in de zetels rondom voor 3$ per stuk. Verdorie ik word hier nog rijk met op vakantie te gaan.
Vrijdag 27 Juli
Bij aankomst in Osaka ben ik de enige niet Jap aan de douane. Gevolg, alles uitladen tot en met het laatste stuk. De helft van de vragen kan ik niet beantwoorden met als gevolg dat ze daar nog wat ambetanter van worden. Yuki wacht mij op in de luchthaven en loodst me naar een bar waar je kan roken. Oef zeg. Dan met een shutle-bus naar mijn hotel in de stad. Ik mag direct proeven van het gebrek aan ruimte dat ze hier hebben. De kamer meet zo ongeveer 2 meter op anderhalve. In de namiddag een bezoekje aan de bank om mijn dollars om te zetten in Yennetjes en dan iets eten. De rest van de namiddag sightseeing in de stad en aanapassen aan het klimaat. Het is 35°C. en nogal aan de vochtige kant. 's Avonds diner in een family-restaurant (goedkoop en heerlijk eten) en vroeg in mijn nest wegens het overgeslagen nachtje van gisteren.
Zaterdag 28 Juli
Ontbijt op zijn Japans. Noedels en groene thee in een bistrootje. Heerlijk en kost bijna niets. In de namiddag wil ik naar het Osaka- aquarium. Amai… 700 meter gangpad met aan beide zijden niets dan aquaria gevuld met tropische vissen, koraal, beestjes, beesten en andere prachtige dinges. Hoogtepunt is een enorm bassin met twee walvishaaien, enkele manta's en een 30-tal haaien. Als het duiken tegenvalt heb ik dit toch al gehad. Tegen de avond naar het noh -theater. Yuki's vader is beroepsakteur en hij treed vanavond op in één van de grootse zalen van de Osaka. Nadien nog even gaan mailen met de thuisbasis en dan terug naar mijn hotel want morgen is het weer vroeg op.
Zondag 29 Juli
Vlucht naar Gaum (U.S.A.). Vier uur in de luchthaven gesleten (één hamburger gegeten en Joeps… sch**ter**) en daarna vlucht naar Truk (Lagoon) in Micronesië. Bij aankomst is het 22.00h. en het tijdsverschil met België bedraagt 9uur, en dan heb ik nog geluk dat het zomertijd is in België. Bij Daniël thuis beginnen ze dus aan het "noeneten". Ik ben opnieuw de enige "witte" en mag het nog eens gaan uitleggen bij de chef van de douane wat ik hier kom doen. Wegens geen wijn of cognac om aan te geven (lees af te geven) kieperen zen mijn bagage nog eens uit. Een half uurtje later zijn we op het Blue lagoon ressort het duikcentrum is in Japanse handen en zit in het kalme seizoen, gevolg een tekort aan duikleiders. Yuki onderhandeld wat en ik kan gratis duiken met enkele mededuikers mee te nemen. Na wat gepalaver komen we tot een akkoord en de rest zien we morgen wel. Op mijn kamer staan twee dubble bedden. Verdorie ik kan hier wat volk uitnodigen (gauw bellen naar de thuisbasis???).
Maandag 30 Juli
7.00h. Als ontbijt warme rijst met gebakken groentjes, enkele eieren, sla en koffie (5$), en dan nu DUIKEN. We duiken met een kleine boot en zijn weg voor de ganse dag. De eerste duik is op de KANSHO-MARU. Een oorlogsschip met dek op 20 meter en bodem 40 meter. Gewoonweg prachtig, hier kan je een ganse week op duiken. We bezoeken de brug, de boeg en enkele ruimen. De duik verloopt voorbeeldig maar volledig tegen de decotijd aan. Truk heeft geen decompressiekamer en dus regel van Danny "geen decokamer, geen decoduiken". De dichtst bijzijnde ligt trouwens in Gaum en dat is twee uur vliegen. De tweede duik is op de FUJIKAWA-MARU. Dit is een vrachtschip met een lengte van 135 meter met dek op 12 meter en bodem op 35 meter. Voor mij is dit wrak de moeder aller wrakken (fuck Thistlegorm). In één van de ruimen vinden we nog 4 zero jachtvliegtuigen. De brug is prachtig en nog volledig uitgerust. Net als op de meeste wrakken heel wat porselein servies dat door de officieren werd gebruikt. Alleen al een bezoek aan dit wrak is de verre reis meer dan waard. Helaas ook hier duikt het spook van de decotijd veel te snel op. Het leven op en rond het wrak is gewoon prachtig. Bij het maken van de trap worden we nog eens beloond met een kanjer van een rifhaai. Een late lunch op een verlaten eilandje dat zo weggelopen is uit de film. Een tweede bootje komt aanzetten met een vijftal Japanse schonen om te lunchen en te snorkelen… hmmm misschien straks stiekem van bootje wisselen. De derde duik is op het rif van Jeep-island. We zien er heel wat fraaie beestjes… maar ik vind het zonde in dit wrakkenparadijs dat we geen wrakje doen. Enige smet op deze dag is het onderlopen van mijn fototoestel. De eerste duik is er iets misgegaan en het toestel is om zeep. De duiken zijn echter een geweldige troost. 's Avonds een lichte maaltijd met rijst en vroeg bedje in… enfin, het wordt toch nog na middernacht.
Dinsdag 31 juli
Na een stevig ontbijt (bami met biefstuk en een omelet) weer het bootje op. Deze keer duiken op de SHINKOKU-MARU. Dit is een tanker met een lengte van 153 m. Het schip werd gekelderd door een torpedo. We dringen via dit gat het ruim binnen en gaan zo naar de machinekamer en uiteindelijk komen we terecht in een opslagplaats voor torpedo's. Bij het einde van de duik hebben we vanop trapdiepte een prachtig zicht op het schip. Yep, this is diving. Het middagmaal op een idyllisch strandje wordt even later verstoord door een tropisch onweer.De tweede duik wordt het wrak van YAMAGIKI-MARU. Deze tanker heeft een totale lengte van 120 meter en ligt 90° gekanteld op de bodem (diepte 40 m). Bij het te water gaan zien we een prachtige adelaarsrog. Ook hier dringen we het schip binnen via het gat dat een torpedo maakte. De machinekamer biedt een spectaculair zicht. Hier is alles nog volledig intact. Als ik achter de stoomturbine kruip, stuit ik plots op een halve schedel, 't is schrikken. Deze schepen werden door de Japanse marineduikers van alle lichamen ontdaan en de overblijfselen in Japan begraven. Diep in de wrakken, achter hoekjes vind je echter nog steeds iets. Bij het verlaten van het wrak betrappen we nog een haai, mooi zo...'s Avonds keren we nog eens terug naar de FUJIKAWA-MARU. Na bijna 60 jaar is dit schip volledig overgroeid met zacht en hard koraal. De nachtelijke aanblik is mooi. Voorzichtig nog even binnen gaan, maar het grootste deel van de duik brengen we aan de buitenkant door. Dit is de mooiste nachtduik die ik ooit maakte. Na 60 minuten neem ik met pijn in het hart afscheid, het is de laatste duik op Truk. Morgen vliegen we naar Ponapé nieuwe avonturen tegemoet. Truk is een eiland in pure armoede, dat financieel en militair ondersteund wordt door de V.S. Men leeft er in erbarmelijke omstandigheden en zowat iedereen wil het land ontvluchten. Het duiken zelf is er hemels. De Thistlegorm verbleekt bij deze wrakken. Velen zijn begroeid met prachtige koralen en in tegenstelling tot Egypte zijn de wrakken nog volledig intact. Breng echter je portemonnee mee. Twee duiken op wrakken kosten 120 dollar. Een rifduik kost 40 dollar en een nachtduik 65 dollar (Op een wrak). Al deze bedragen zijn gids inbegrepen. Daarnaast dien je nog een vergunning (1 jaar geldig) te kopen aan 30 dollar.
Woensdag 1 augustus
Uitchecken in het Blue Lagoon resort gaat snel. Dankzij de duikleidingen valt de prijs nogal mee, en dan hops naar de luchthaven. Bij daglicht blijkt de luchthaven niet veel meer dan een stal te zijn met een muurtje dat de grenscontrole voorstelt. Er is echter slechts één toilet en je mag er vrij rondlopen (if you promise to come back...).Ponapé kent al wat meer ontwikkeling. Het luchthaventje is degelijk. We worden meteen overgebracht naar het hotel " The Village". Het is een zeer klein resort dat in een private jungle gelegen is. Alles, maar dan ook alles is opgetrokken met natuurlijke materialen. Elk verblijf is een woning op palen gebouwd op een heuvelrug. De achterzijde steekt boven de jungle uit. Er zijn geen ramen. Het is één grote open ruimte met muskietengaas in plaats van muren of ramen. Je leeft er op het ritme van de jungle. Het dak is van gevlochten palmbladen en de balken zijn gewone boomstammen en takken, de korte lage muurtjes zijn van gevlochten materiaal. Tot en met W.C. rolhouder, alles komt uit de jungle. De lobby en het restaurant zijn idem. Er zijn slechts 16 hutten verspreid in het domein.De afwerking is gewoon subliem. Vanuit je hut en vanuit de bar en het restaurant heb je een prachtig uitzicht over de jungle, de lagune en de zee, maar je ziet geen enkele andere hut. De keuken en de bediening zijn zonder meer deze van een 5 sterren restaurant. Maar hier is de sfeer zeer ongedwongen en mag alles zolang je de andere gasten maar niet stoort. Dit is een absolute honeymoon-place. De prijs is echter navenant, maar als je ooit de kans hebt,.... DOEN.Ik spendeer de volledige namiddag en de avond aan de verkenning van het hotel en de jungle. This is paradise.
Donderdag 2 augustus
De start van drie dagen duiken op Ponapé. Yuki regelde voor mij een Japanse duikorganisatie die om volk verlegen zit. Japanners leren in principe nooit duikleidingen en hebben dus steeds een duikleider nodig. Ook hier ben ik de enige niet-Japanner. Er zijn nog vijf mannelijke Japjes en een zestal beauty's aan boord (yep en de'r nog voor betaald worden ook). We maken twee duiken aan de binnenzijde van het enorme rif. De eerste duik is langs een drop-off, met als hoogtepunt een Galapagoshaai en eenzeer zeldzame helfrichpijlvis. Het levert me na de duik duizend arrigotto's (dank u) en de liefde van de helft van deze schatjes op. Bij het snorkelen na de duik nog twee zandtijgerhaaitjes en we zijn klaar voor de lunch (sushi).De tweede duik is voor mij dan weer het einde. We zien een 15 zilverpunthaaien en 2 witpuntrifhaaien. Daarna nog twee keer een school barracuda's. Heerlijk, hier laten de dieren zich nog zeer dicht naderen. Na 35 minuten springt echter een O-ring van mijn fles, met als gevolg einde van de duik voor iedereen. Opnieuw een staande ovatie van de sashimi's en de belofte dat ze morgen terugkomen, helaas dat geldt ook voor de mannetjes. Trouwens de wijfjes herken je perfect onder water (ze dragen witte vinnen) waarschijnlijk maagden!!!
Vrijdag 3 augustus
Vandaag drie duiken. De eerste en de laatste hebben plaats op Manta Road. Het is ongeveer 1 uur varen. De eerste 30 minuten gebeurd er niets. Omdat de decotijd nadert besluit ik terug te gaan naar de boot, en dan plots -yes, yes, yes- plots doemt hij op. Met een spanwijdte van meer dan vier meter werpt hij ons volledig in de schaduw. Na vijf minuten rondcirkelen verdwijnt hij even majestueus als hij gekomen is, mijn eerste manta. De tweede duik is op Manta Rock. We worden verrast door een helse stroming en zullen de rots, 50 meter verder nooit bereiken. Onderweg worden we uitgelachen door enkele zwartpuntrifhaaien die er blijkbaar minder moeite mee hebben. Diving is fun... sometimes. Voor de laatste duik gaan we terug naar Manta Road. Het zicht bedraagt minder dan 10 meter, maar deze keer doemen ze sneller op. Vier prachtige manta's. het grootste exemplaar meet ongeveer 5 (vijf) meter. Ze blijven ongeveer 30 minuten lang bij ons. Het dichterbij komen van de decotijd en het gebrek aan lucht verplichten ons terug te keren. Onder de boot vinden we nog prachtige naaktslakken in de meest uiteenlopende kleuren.'s Avonds opnieuw een heerlijk diner in The Village. 't Zal tegenvallen als ik terug thuis ben, dan wordt het eten met vier gangen minder en mag ik zelf de afwas doen. Tijdens de nacht wordt ik verrast op een tropisch onweer. De wind raast door de hut en ik word getrakteerd op een prachtig klank- en lichtspel.
Zondag 4 augustus
De Japes van gisteren zijn weg, maar er valt een nieuwe lading binnen in het duikcentrum. Er zitten o.a. twee verpleegsters bij (straks eens nar mijn liesbreuk laten kijken), en iemand die op de Japanse ambassade werkt.Oh ja, duiken, het is mijn laatste dag en voor de farce krijg ik alle vrouwen mee. Yeah, punish me, please. De eerste duik is op Ant. Een rif dat midden in zee ligt op twee uur varen. Bij aankomst hebben we al twee zeezieken. De duik zelf is eerder ruw, de deining laat zich voelen tot op 15 meter diepte. We maken dan maar een diepe duik tot de decotijd nadert en worden beloond met gobies en enkele haaien. Als we terug opstijgen naar het rifdak, valt Sonja de schildpad pardoes op onze neus. Dit heb ik ooit nog eens met Sigi en Hilde in Egypte mogen ervaren. Bij het maken van de trap wordt ongeveer iedereen zeeziek. Als ik ze de boot ophelp word ik uit pure dankbaarheid door eentje ondergekotst. Aan een touw snorkel ik nog even in de stroming. Dat kenden ze hier nog niet, enfin ik ben terug proper.De tweede duik is opnieuw op het buitenrif, Stipe Passage East. Omdat alle vrouwen zo zot zijn van pijlvisjes. Omdat alle vrouwen zo zot zijn van pijlvisjes maken we een diepe duik. Hier zijn ze te vinden. Ik heb h**r*nchance en vind op 33 meter 2 helfrichpijlvisjes. Yeah, orgasme alom in de groep (Iku in het Japans -ze komen niet, maar gaan- niet vragen waar ik het vandaan heb). Met pijn in het hart neem ik op het einde van de dag afscheid van de duikers en de bemanning. Ove enkele dagen mag ik mijn kopje opnieuw ondersteken in Japan. Zondag 5 augustus.Vandaag bezoek aan Nan-Mandol. In de voormiddag snorkelen we nog op een rif in de buurt. Het eten gebeurd opnieuw op een onbewoond eilandje. Nadien varen we door richting Nan-mandol. Onderweg komen twee manta's ons een groet brengen. Nan-madol is een verzameling van 92 eilandjes die ongeveer 1000 jaar geleden met de hand gebouwd zijn. Elk eiland is opgebouwd met immense stenen die aangebracht werden via boten. De site werd ongeveer 500 tot 800 jaar geleden verlaten om ongekende redenen. Het meest indrukwekkende eiland is dat van de koning. Je kan er nog steeds zijn graftombe, de gevangenis en een ontvangstruimte bezoeken. De stenen muren zijn tot 3 meter dik en 7 meter hoog. INDRUKWEKEND. Om een overzicht te krijgen hebben we kano's meegebracht vanuit het hotel. Tijdens onze tocht worden we overvallen door een tropisch onweer. 't Doet een beetje denken aan de afdaling van de Lesse. De terugtocht met de boot naar het hotel is hels en duurt meer dan een uur.
Maandag 6 augustus
's Nachts uitchecken van het hotel en vanuit de luchthaven van Ponapé vliegen we terug naar Chuuk (Truk). Vandaar gaat vliegen we naar Guam waar we 4 uur wachten op een verbindingsvlucht naar Osaka. Eens aangekomen in Osaka opnieuw de nodige heisa over mijn bagage en een dubbele check. In de luchthaven op de trein naar Hineno, daar overstappen op de trein naar Wakayama en van daaruit de exprestrein naar Kushimoto. Als we toekomen in de late namiddag ben ik doodop van het reizen en de overgeslagen nacht.Kuchimoto is een vissersstadje dat zich bevind in het meest zuidelijke punt van het Japanse vasteland. Hier ben ik een echt curiosum en kinderen komen voorzichtig dichterbij om me aan te raken en dan snel weg te lopen. Hier kennen ze "ne witten" duidelijk alleen meer van T.V.'s Avonds eten we in het kleinste restaurant ter wereld. Het is misschien 6m² groot, keuken inbegrepen. Het is uitsluitend voor duikers bestemd. Ik ontmoet er de lokale duikgidsen en geniet er van het overheerlijke eten dat zelfs naar onze normenspotgoedkoop is. We worden er de ganse avond getracteerd op drank. Als we uiteindelijk buitengaan in Yuki "dlunken as a lolly (lees: drunk as a lorry)" en weet ze de weg naar het hotel niet meer. Japanse stadjes zijn zeer onoverzichtelijk en het kost me de grootste moeite om terug te geraken met mijn tolk die sinds twee uur "Japanglish" spreekt tegen mij en "Neanderenglish" tegen de Japjes. In het hotel heb ik nog een uurtje lol alvorens ik de telefoon-wake-up-call juist afgesteld krijg.
Dinsdag 7 augustus
's Morgens vind ik Yuki terug in de ontbijtzaal iets minder enthousiast dan de vorige nacht. Ze blijkt zich nog één en ander van het restaurant te herinneren en voelt zich daar duidelijk niet zo goed mee. Het duikcentrum heeft een taxi gestuurd om ons op te pikken. Bij aankomst staat iedereen ons nogal plechtig op te wachten. Ik wordt voorgesteld aan de directeur van het centrum, de staf en de duikleiders. Ik heb het onprettige vermoeden dat ze me aanzien voor de voorzitter van de Nelos!!! Ik blijk de eerste "white guy" te zijn die hier komt duiken sinds 1989. (1989 algemene vergadering van CMAS met delegaties uit 40 landen had ter gelegenheid van haar 30 ste verjaardag plaats in Kuchimoto. Kushimoto Marine Park is een centrum met aquarium voor wetenschappelijk onderzoek, een universitair onderzoek- en duikcentrum en een commercieel duikcentrum. Vanuit biologisch standpunt is Kuchimoto het meest noordelijk gelegen punt ter wereld waar zowel zacht als hard koraal voorkomt. Door de invloed van de stromingen vindt je er zowel vissen uit gematigde, sub-tropische als tropische wateren, samen meer dan 1000 verschillende soorten. Het is Japans grootste marine-biologisch centrum met afdelingen in Tokio en Okinawa. We starten met een uitgebreide briefing en het programma voor twee dagen. Vandaag maken we drie duiken. De eerste duik is een bootduik. Ik doe de duikleiding voor Yuki en enkele vriendinnen. Omwille van een typhoon in de buurt is de zichtbaarheid slechts 8 tot 10 meter. God-zij-dank heb ik een nauwkeurig onderwaterplan meegekregen om de ankerkoord terug te vinden. De bodem bevind zich op 26 meter en het anker ligt op een rots met top op 10 meter. De stroming is hels en verandert elke minuut van richting. Als na 35 minuten het anker plots opdoemt voor mijn neus haal ik opgelucht adem. Ik ben verplicht in apnea stijl te duiken omwille van de 10 literflessen. Mijn gele vriendinnen verbruiken gewoonweg niets. De safetystop op 5 meter (PADI) doet denken aan heroisch werk op de thistlegorm of vorig jaar nog op de Giannis "D". De drie andere duikleiders zijn beroepsduikers verbonden aan het duikcentrum en zijn zeer verbaasd dat ik de ankerkoord terugvond (ik ook maar… sssst). Na de briefing worden Yuki en ikzelf uitgenodigd een duik te maken in het biologisch park, onder leiding van een stafmedewerker. In dit gebied kent hij elk beestje. Hij maakt er dagelijks duiken en weet in welk stadium de dieren zich bevinden Onderwater geeft hij uitleg via een bord met tekst (telkens vertaald op een ander bord door Yuki) en tekeningen. De duik duurt 65 minuten en heeft een maximale diepte van 6.5 meter. 's Avonds zal hij debriefen. De derde duik is met hetzelfde team als deze morgen. Opnieuw een bootduik, deze keer met een diepte van 17 meter. De ondergrond is een zandbodem met rotsblokken. Ik vertrek opnieuw met een gedetailleerd onderwaterplan, het is geplastifieerd en en op A4-formaat. Ik ben een weddingschap aangegaan om een tunnel doorheen een rots te vinden. Als ik volgens plan vertrek op kompas blijkt niets te kloppen. Na 7 minuten keer ik 180° om richting anker. Het zicht is bijna 10 meter en ik kan door het plan zien wat er gebeurd is. De smeerlappen hebben met de schipper afgesproken 50 meter verder te ankeren (het ankeren gebeurd hier met satelliet navigatie en sonar). Vanuit de ankerplaats ga ik nu opnieuw maar deze keer koers pal noord. Vijf minuten later komen we langs de grot. Het is een gewelf met doormeter van 1 meter langs onze kant en 4 meter aan de andere kant. Het dak is prachtig begroeid met koralen. Na 40 minuten zijn we terug aan de ankerlijn en goed 5 minuten later komen we boven water. Verbazing alom als mijn gezelschap getuigd dat we de boog gezien hebben. Ik moet de boog beschrijven als bewijs van de weddenschap. Na terugkomst in het duikcentrum, douchen en alles opbergen. In het duikcentrum zijn kleedkamers, toiletten, opbergkasten voor natte en droge spullen en een drooginstallatie. Buiten heeft men nogmaals dezelfde installaties maar dan in open lucht. 's Avonds debriefing van Toru Takahashi Shisho. De debriefing duurt meer dan twee uur. Op een plattegrond van de duikplaats wordt de duik uitgetekend en duidt Mr. Takahashi alle plaatsen aan waar we gestopt zijn en geeft telkens uitvoerig uitleg over de geziene diersoort, hun gedrag op dat ogenblik, de levensloop, enz. aan de hand van foto's van deze dieren. Veel van de foto's zijn van de dieren die we zagen tijdens de duik. Het centrum is een belangrijke uitgever van boeken over het onderwaterleven, helaas alleen in het Japans. Ik geef als geschenk een fles advokaat die prompt in een ijsemmer verdwijnt en even later gekraakt wordt… yeah… advokaat uit saké kopjes. In de late avond gaan we terug naar het restaurant met een enkele medewerkers van het duikcentrum. We zitten zowat op elkaars schoot en de laatste advokaat wordt er soldaat gemaakt, samen met veel te veel saké en Japans bier voor mij. Op een gegeven moment sta ik te koken aan de andere kant van de toog. Enfin, het wordt weer zeer laat alvorens we met de wagen het platteland inrijden naar het huis van een nichtjje van Kinda-chan. Het is een traditionel huis en dus slaap ik op de grond op een tatamimat.
Woensdag 8 augustus
Veel te vroeg in de morgen wordt ik wakker met een bijna gebroken rug en ledematen. Dat slapen op de grond is niet echt mijn stijl. Snel douchen en terugrijden naar het duikcentrum. We ontbijten er en kleden ons om voor de eerste duik. F**ck, mijn duikcomputer en logboek liggen nog bij Jumie. 't Zal vanmorgen iets te vroeg geweest zijn. Met geleend materiaal start ik aan de eerste duik. We zweven 40 minuten op de gekste stromingen en komen mooi terug aan het ankertouw. Het zicht is slechts 7 tot 8 meter t.g.v. de typhoon. Net voor de lunch geniet ik van een strandduik die we maken en om 15u. zijn we weer klaar voor de derde en laatste duik. We duiken op een zandbodem die bezaaid is met rotsen begroeid met koraal. Yeah… ik heb geluk en vind een pantermurene en een spookmurene… PRACHTIG. Het terugvinden van de ankerketting is geen sinecure, en ik heb nog slechts 40 bar als we aanonze veiligheidsstop beginnen. Terug in het centrum moet alles plots snel gaan omwille van aangekondigd slecht weer. We gaan terug naar Jumie. Het avondeten houden we in een familierestaurant. Iedereen is een beetje uitgeput en met gemengde gevoelens kruip ik terug op mijn (veel te hard) matje. Ik begrijp alsmaar beter waarom Steps zo kon wroeten om toch maar op het bed te kunnen slapen.
Donderdag 9 augustus
Vertrek naar Osaka om er een rustdag te houden. Yuki brengt me naar het appartement van haar ouders zodat ik mijn kleren kan wassen en duikspullen drogen. Ik desinfecteer mezelf met een douche en een Japans bad en beantwoord mijn e-mail. Soms is de andere kant van de wereld zeer dichtbij. 's Avonds nodigen haar ouders me uit iets te gaan eten. Een uurtje later zitten we in één van de beste Japanse restaurants van de stad een multi-multigangen menu te verwerken. Aan de tafel naast ons zit een Hollander verwikkeld in een zakendiner. Hij maakt gebruik van een tolk en veegt vierkant zijn voeten aan de tafeletiquette. Onze beide tafels geraken in gesprek en plots worden we overstelpt met kaartjes en buigingen. Met de ondergrondse geraak ik feilloos terug in mijn hotel.
Vrijdag 10 augustus
Nog lichtjes verdoofd van het overdadige eten van gisteren vertrek ik voor een tweedaags bezoek aan Kyoto. Vandaag bezoek ik de bergen rond Kyoto en een gereputeerde tempel langs een bergrivier. Kyoto is een stad van ongeveer 7 miljoen inwoners, en tevens de voormalige hoofdstad van Japan. In de zomer is het broeierig heet in deze stad omdat ze gelegen is in een dal omgeven door bergen. 's Avonds terug naar het centrum om de Ryokan op te zoeken waar ik een nachtje aangeboden kreeg door de mensen waarmee ik dook in Kushimoto. Een Ryokan is geen hotel maar een klasiek Japans huis zoals dit enkele honderden jaren geleden in Japan was. Het is opgetrokken uit hout, riet, bamboe, leem en papier. Je verblijft er in een kamer die overdag een leefkamer is en 's avonds omgebouwd wordt tot slaapkamer. Na ontvangst door de gastvrouw wordt een klasiek Japans bad voor je klaargemaakt en brengt men een Jukata (soort kimono). De badkamer en het toilet zij gemeenschappelijke ruimten en worden voor elke gast opnieuw gereinigd. Rondom de Ryokan is een prachtige Japanse tuin aangelegd. Het avondeten is een traditioneel Japans maal dat meer dan 10 gangen beslaat. Alles wordt je in je kamer opgediend. Na het avondeten wordt de lage tafel uit je kamer verwijderd en brengt men een futton (dikke mat) en zijden lakens voor de nacht. De volgende morgen wordt je vroeg gewekt en tijdens het ochtendbad wordt de kamer weer omgebouwd voor het dagregime. Het ontbijt beslaat opnieuw 7 gangenzodat ik meer dan klaar ben voor een lange dag.
Zaterdag 11 augustus
De voormiddag gaat volledig op aan het bezoeken van enkele tempels. Shinto en Boedisme zijn de voornaamste godsdiensten. De meerderheid van de Japanners belijden beide door elkaar. In de namiddag een winkeltochtje door de stad en langzaam uitkijken naar wat souvenirs. Met al dat schoon volk dat hier rondloopt is shoppen een aangename bezigheid in Kyoto. Tegen de avond zoek ik mijn weg naar het restaurant waar ik afspraak heb met Mr. And Mrs. Nakajima. Weer veel te veel eten en drinken en niets mogen betalen. In de late avond terug met de trein naar Osaka en van daaruit ga ik richting Nukata, net buiten Osaka. Kinda-chan staat me op te wachten en brengt me naar haar appartement. Wedden dat ik weer op de mat mag slapen.
Zondag 12 augustus
Ik slaap een klein gat in de ochtend en werk aan mijn dag boek. Vanmiddag komen Naviko en Yuki voor een Nabe lunch. Nabe is een soort van fondue met gekookte groenten, vis en vlees. We maken er een vrolijk boeltje van. 's Avonds terug naar Osaka voor een bezoek aan Namba, het uitgangscentrum van van de stad. Voor het eerst in drie weken geen Japans deze avond maar gewoon een leuke (Japanse) Italiaan.
Maandag 13, dinsdag 14 augustus
Vandaag een bezoek aan Kobe. Ik ben de gast van Naviko. Kobe werd in 1995 vernield door een aardbeving met een kracht van 7.2 op de richterschaal. Hierbij stierven 6.400 mensen en raakten 40.000 gewond. In totaal werden 440.000 gebouwen vernield. Het stadscentrum werd in een minimum van tijd opnieuw opgebouwd. Het is een prachtige stad geworden. We bezoeken het stadhuis, een enorm torengebouw dat uitzicht bied over de haven, little china, en down-town. 's Avonds gaan we iets traditioneels eten. De volgende morgen terug naar Osaka, deze keer voor een laatste shopping in Namba. Het is de laatste dag. 's Avonds heeft Yuki nog een verassing in petto. Ze pikt me op voor een zeer traditioneel diner in de binnenstad. Nadien genieten we van koffie in het prachtige Rits-Carlton. Hier zouden we met de club nog eens een ledenfeestje kunnen organiseren. Helaas aan alles komt een einde.
Woensdag 15 augustus
Ik vertrek in de vroegte terug naar de luchthaven. Mijn bagage weegt 40 kg. En dat is iets te veel van het goede. Men vraagt 24.000 BEF. Bij te betalen voor overgewicht. Ja mijn g*t, ik kan nog beter een deel weggooien. Yuki weet echter raad. De helft van mijn valies wordt rugzak en dus zal meegaan met mijn handbagage. Hierdoor is de gewone bagage nog 27 kg. Dat is met een lieve glimlach wel te doen. Ik heb nu twee handbagages die samen zo zal thuis blijken, 30 kg. Wegen. Dat heb je natuurlijk als iedereen je een flesje saké meegeeft voor thuis i.p.v. een waaiertje of gewoon een dikke kus. Na een vlucht van 12 uur kom ik aan in Frankfurt. Nu nog 4 uur wachten op de vlucht naar Brussel en we zijn eindelijk thuis. Wassen en plassen zal voor morgen zijn. Graag wil ik iedereen danken die het mogelijk gemaakt heeft deze reis te maken., Yuki, St world org., Phoenix diving, Blue lagoon divers, Kushimoto Marine Park, Kinda-chan, Naviko, Jumie, Mika,Toru Takahashi, (sponsering, logies, kortingen, e.d.) Bob en Iris voor de oppas thuis,…