Eind februari, koud en guur weer in België. Het verlangen naar het zonnetje brengt ons naar het reisbureau Maxi Holidays in Leuven. We boeken er vlug een last minute naar Cyprus . Wij dat zijn Bert, Danielle en ik.
Het probleem met last minutes is dat je niet weet waar je terecht komt. Ze droppen ons in Pafos. Laat dat juist de thuisbasis zijn van het Cydive duikcenter. Na vier dagen in een huurauto het eiland verkend te hebben besloten we met deze duikbasis in zee te gaan, letterlijk.
door Walter Van Den Eynde
Dankzij Bert zijn onderhandelingstechnieken kregen we een fikse korting op de duikprijs. We vroegen welke plaatsen aangeraden waren. Van de meer dan 40 plaatsen waren de volgende zeker de moeite voor een duiker met iet of wat ervaring. Het wrak de Zenobia, de beroemste duikplaats van Cyprus. Klein detail het wrak ligt niet bij Pafos, maar bij Lanarka. Deze duikplaats zagen we niet echt zitten om twee redenen. Ten eerste de afstand, Lanarka is als alles goed gaat minstens twee uur rijden. Ten tweede het prijskaartje, meer dan 4000 frank voor twee duikjes. De andere duikplaatsen die de vriendelijke dame ons voorstelde , wel in Pafos, waren, het wrak de Vera-K, Wall Street, 100 foot reef en Amphora Caves. Vertrouwend op haar kennis van de plaatselijke sites gingen we akkoord. Hier volgt dan een beschrijving van de duikplaatsen in de volgorde waarin wij ze gedaan hebben.
100 Foot Reef
Volgens Cydive: een betoverende duik op dieptes tussen 26 en 35 meter. Er zijn een aantal kleine drop-offs en grotjes om te onderzoeken. Zoek voor octopussen en murenes in de kleinere gaten en kleine vissen onder de overhangen. Als je naar boven kijkt kun je duidelijk onze boot zien. Mijn mening: de boot is inderdaad te zien.Tussen de eerste en de tweede duik hadden we een gesprek met Lee Sutton een PADI en SAA (Britse afdeling CMAS) instructeur. Hij vertelde ons dat we in deze periode niet te veel moesten verwachten van het onderwaterleven. Het water was daar nog iets te koud voor (eind februari). Maar we moesten ons geen zorgen maken, de andere plaatsen die we gekozen hadden moesten het niet hebben van de visjes.
Wall Street
Volgens Cydive: een lange kloof in het rif met vele overhangen en kleine grotten. De wanden zijn bedekt met sponzen en schaaldieren. In de grotjes kun je baarzen vinden. Dieptes tussen de 25 en 30 meter. Mijn mening: Wall Street is inderdaad beter dan de eerste plek. Op een aantal plaatsen zitten er baarzen. Het rif is begroeid met neptunesgras en sponzen. Alle spleten zijn volzet met zwarte en paarse zeeëgels. De zandbodem is bezaaid met met skeletten van zeeëgels. Hier en daar kruipen er grote zeesterren rond. Voor de derde duik waren we niet alleen. Er doken nog zeven beginnelingen, begeleid door twee instructeurs, mee. Op onze open motorboot was er net plaats genoeg. Mits wij al enige ervaring hadden met toestanden zoals te veel volk op de boot, hadden we ons reeds grotendeels klaargemaakt voor we uitvaarden. Het enige wat we na het ankeren nog moesten doen was onze fles op de rug hangen. Zo zouden we niet in het gedrang en gesukkel van de beginnelingen geraken (zij moeten zich niet schamen, elke duiker is ooit zo begonnen) en we zouden zeker niet in hun stof zitten. De boot was nog niet goed geankerd of wij zaten al op het wrak.
De Vera-K
Volgens Cydive: een Libanees vrachtschip ongeveer 200 meter lang. Vastgelopen op het rif in 1972, vormde een gevaar voor de scheepvaart en werd opgeblazen in 1974. De explosie vormde een krater waarin het wrak ligt op ongeveer 10 meter diepte. Van het wrak kun je nog vier grote delen onderscheiden, waarvan de brug nog redelijk intakt is. Mijn mening: het is een tof wrak, natuurlijk geen Tistlegorm, maar toch. In de krater, ongeveer 300 meter lang, zoeken vele visjes beschutting tegen de stroming en de golfslag boven op het rif. Ieder gat of spleet in het wrak heeft wel een huurder. De grappigste hierbij zijn de blenny’s of slijmvissen, die evenveel interesse voor ons toonden als wij voor hen. Ze keken ons met grote ogen aan vanuit hun veilige schuilplaats. Vlakbij het wrak ligt een grote boog, doorgang door een rots, een mooi kunstwerk van moeder natuur. De boog vormt het thuis van een paar baarzen. Na een klein uur vonden we het welletjes, onze fles was nog half maar de koude begon door te dringen. We keken rond ons en zagen dat we nog alleen waren. Ja, zo gaat dat met Odysseeërs, eerst erin en laatst eruit. Toen we boven kwamen zaten onze zeven collega duikers al een kwartier uit hun pak te bibberen. De twee instructeurs, in hun droog pak, stonden te gniffelen. De verantwoordelijke van de boot vroeg onze manometers te zien. We kregen een dikke knipoog, waarschijnlijk als bedankje dat we niet tot 50 bar waren doorgegaan. Hij vroeg aan Daniëlle waarom ze haar fles had laten vullen als ze toch niet ademde. De tweede dag en vierde duik waren we terug de enige duikers aan boord
Amphorae Caves
Volgens Cydive: een aantal kleine grotten en doorgangen, waarbij er in één Romeins aardewerk in het plafond vastzit. Volgens archeologen en geologen, die de grot onderzochten, zou een reeks aardverschuivingen gedurende de laatste 2000 jaar ervoor gezorgd hebben dat de oorspronkelijke bodem nu het plafond vormt. Mijn mening: de duikverantwoordelijke van Cydive gaf me een uitgebreide beschrijving van de te volgen route. De grot met de amforen vinden is niet evident, zelfs al vind je ze niet, bied deze plaats genoeg plezante doorgangen en grotjes. Inderdaad de amphorae cave was niet gemakkelijk te vinden. Wat de duikverantwoordelijke vergat te zeggen, was dat een aantal grotjes gelijk stond met een massa. Het rif leek wel op een Zwitserse kaas. Na 25 minuten had ik de amforen grot eindelijk gevonden. Het plafond steekt vol met aardewerk. De rest van de duik was overal onder en door kruipen. Na 50 minuten zag ik Daniëlle rillen. Ik vroeg of ze het koud had, maar ze ontkende heftig. Nog een kwartier later waren haar rillingen opgelopen tot zeker zes beaufort. Ik besloot dat het hoog tijd was om de duik te stoppen. Dit was voor mij wel de mooiste plek van de vier.
0 reacties for this post