La Ciotat, Frankrijk

By Bart on 14:09

Filed Under:

Het begint zo stilaan een obligate traditie te worden, begin november een verlengd weekendje doorbrengen aan de Côte d’Azur. Alzo ook dit jaar…
Als ze me op’t werk vragen waarom we toch steeds naar La Ciotat trekken, antwoord ik steevast dat we gaan voor de goeie secs… nergens geen secs gelijk ginder.
Meestal kijken ze me dan vreemd aan maar het is gewoon zo…


door Pascal De Roo

De vertegenwoordiging 2005: de onderwaternyphen Mario, Bert, Pascal en Harry met hun respectievelijke Gina, Veerle en Veerle. De madam van Harry had thuiswacht om duivenjongskes te prepareren voor de voetballende zoon op zondag. Ondanks talrijke doch vruchteloze pogingen kon onze Welbeminde Voorzitter helaas weer niet van de partij zijn. Zo hebben we het kunnen regelen dat er de zaterdag chappe geleverd werd voor zijn terras en dattem de maandag met een ‘l Oréal-smoesje naar Parijs gelokt werd.

Vrijdagavond wordt er dus klokslag 22 zonder Danny vertrokken uit de Hoegaardsestraat in Leuven richting La Ciotat. In de blauwe wagen (les bleus) poolen Mario en Bert en hun respectievelijke echtgenotes car, In de andere kar (les anciens) rijden Harry, Veerle en mezelf. Voor deze laatsten is het ondertussen al de 6e keer dat we naar ginder bollen.
“Alez, Alez, En route…” . We spreken dus af aan het duikcentrum ter plekke. Gezien La Ciotat ongeveer onze 2e thuis is, kennen Harry en mezelf zo ongeveer blindelings onze weg. We nemen dan ook even de tijd om Marseille te visiteren tijdens het ochtendgloren, ook dit wordt stilaan een traditie… Een combi volgestouwd met oproerpolitie biedt soelaas en ze zetten ons terug in de goeie richting …Vroeg in de ochtend is iedereen ter plekke en is het tijd om een petit café te gaan drinken in “de vuilen hoek”. De wc is hier blijkbaar volledig verbouwd. In het verleden is hier al menig stamgast door de pompiers uit z’n benarde positie bevrijd moeten worden. Voor diegenen die reeds de geneugten van café de vuilen hoek hebben mogen proeven: ge moet dus je broek niet meer laten zakken in’t café om zo ’t kleinste kamertje (hier was dat zeer letterlijk te nemen) binnen te schuiven.

Ahhh, 08u… tijd om ons kopke te laten zien in’t duikcentrum. Voor ’t eerst in al die jaren zijn we overgeschakeld van Plongée Loisir 2000 (PL) naar Plongée Passion (PP). Bij PL zat vaak een heel leger lager gebrevetteerden op de boot. Omdat er dan een locatie wordt uitgekozen waar iedereen kan duiken hypothekeert zo’n overvolle boot dan sterk de diepe duiken. Hier bij PP zou dit anders zijn werd ons beloofd… Philippe de manager, capitein en 2*I staat aan het roer van de zaak, ne sympathieke pé. “Harry, Bert, Mario, Pascal, vous êtes auto-encadréz, donc vous plongéz autonome. Ça vous vas ?” …. Evidamment! Philippe wijst ons de weg naar de boot en we kunnen ons materiaal uitladen. ’t Is een eindje lopen van de auto naar de kade met al je gerief maar kom… nie klagen.
We beginnen onze fles te monteren en droogpakken te prepareren voor de eerste duik. Bert huppelt een half uurtje voor het afmeren al vrolijk rond in zijn “Weezle Extreem +”. Het is dan wel november maar de temperatuur begint al redelijk op te lopen… bij 20°C worden de zweetparels duidelijk zichtbaar op zijn voorhoofd maar… nie klagen.
Mario en ikzelf besluiten wijselijk om het bij een licht onderpakje of dito training te houden gezien de zeer gunstige meteoprognose.Als we aan Philippe vragen waar we onze kleren en overige materiaal kunnen plaatsen wijst deze in de richting van een rode aftandse camionette. Slik… dat is dus de kleedkamer voor 30 man… nie klagen. En wat als dat hier begint te regenen? Nie klagen, nie klagen… in Wemeldinge is er ook geen kleedkamer. Toch maakt zich enige vorm van spijt zich meester over Harry en mezelf wetende dat er bij PL een kleedkamer is waar ze zeeschepen in kunnen assembleren. Hun boot ligt ook vlak bij hun duikcentrum en niet op een halve kilometer ervan af gelijk hier… Enfin ‘t is nu zo en we moeten het ermee doen. Al een sjans dat het heel goe weer aan’t worden is. De thermometer wijst ondertussen al 25° aan en Bert is al deftig aan’t chaufferen in zijne “Extreem +”, wetende dat de comfortzone hiervan ergens tussen 0 en 10°C ligt. Enfin, nie klagen…
De negerkes in Afrika hebben het nog warmer, maar t’ zal in ieder geval nie veel schelen.Het is druk op de kade. Een goeie 30 duikers moeten op 2 boten gestouwd worden. Guy, een instructeur van dienst leest de namen van de ploegen voor en wijst ze een boot toe. Wij zitten op de grote boot… samen met nog 30 anderen… maar,… nie klagen.

Eerste duikplaats: “La Balise” een sec waar ondiep gedoken kan worden, ideaal voor een eerste duik. We besluiten om de eerste duik in één ploeg van 4 te doen. We wachten tot de grote meute van boord is om ons te prepareren want er is gewoon geen beginnen aan. Gezien Mario en Bert hun 40m duiken nodig hebben besluiten we om toch even op diepte te gaan tikken. Al onmiddellijk worden we geconfronteerd met een beperking. Wij als sportduikers (Mario, Harry en mezelf) zitten opgezadeld met een recreatieve duiker die beperkt is tot 40m. Achteraf bezien is zo’n recreatieve duiker best handig want ge kunt daar uwen kodak aan hangen las ge eens wa dieper wil gaan, die zijn ook gelimiteerd tot op 40m. Mijn bodemtimer geeft als laagst gemeten watertemperatuur 19°C aan, nie slecht voor november.Terug aan wal stouwen we ons materiaal in de camionette tot de namiddagduik en kunnen we naar het hotel om in te checken. Jawel,…. Hotel La Rotonde, daar waar L’Horrible Monstre de Kaka du Méditerranée huist. Deze bleek daar echter recent ontsnapt te zijn en zou ‘s avonds in de straten van La Ciotat ronddwalen. Men weze gewaarschuwd. Nog meer slecht nieuws… De Manke was dicht… den ouwe Tchaad-veteraan was op congé. Hiermee konden we nie lachen. Waar moesten we nu afspreken voor we gingen eten of waar moesten we nu onze véritables rinken… Waar, O Waar… Heer waarom hebt U ons verlaten. Maar de Manke had aan ons gedacht. Als trendsetter had hij ervoor gezorgd dat ze in alle cafés zijn verdufte chips en dito nootjes serveerden tijdens zijn afwezigheid.Als we ’s avonds op weg zijn naar La Grotte om onze soupe du poisson avec sa rouille te nuttigen trapt Mario in een reusachtige drol. Dit moet er ééntje van L’Horrible Monstre de Kaka du Méditerranée geweest zijn… Ze hadden ons nochtans gewaarschuwd. Dit evenement ging echter niet onopgemerkt voorbij. Een oude koloniaal vergezeld van een dito luipaard sukkelde op Mario af en zwaaide met zijn loopstok terwijl hij luidkeels “t’as touché de l’argent, t’as touché de l’argent” scandeerde. Zo, nu wist héél La Ciotat ook dat Mario in de stront had getrapt...

Zondagnamiddag. De wind is opgekomen, er staat een fikse bries uit het oosten, we moeten dus “en abrit” duiken. In de luwte van de île Verte wordt een duikstek gekozen. Het wordt de La Grotte du Vierge. Ideale duikstek om die Fransen eens een poepje te laten ruiken. Je moet weten dat een fransman nagenoeg altijd met een 12l fles duikt en dat ze pakskes van 5 mm aanhebben, bijgevolg staan ze na een goed half uur al terug aan boord. Wij zijn voorzien van droogpakken, 3 flessen van 15l en één 20l fles.De duikstek heeft een diepte van maximaal 25m en er is weinig stroming… bijgevolg na 75min steken we ons kopke terug boven water. De rest zit al een dik half uur aan boord in de wind, in hun natpakske al klappertandend te wachten op les Belges… Terwijl ik aan boord klim vraag ik verwonderd en zonder een krimp te geven. “On est les derniers ??? “

Maandagmorgen, er staat nog steeds een stevige bries uit het oosten en de zee is ruw. Dit betekent niet veel goeds voor onze 40m duiken… maar dat is buiten capitaine Philippe gerekend. Hij bekijkt nog eens goed welk vlees hij in de kuip zitten heeft en hij laat meten hoeveel meter touw aan boord is. “Plus de cinquante mètres” luidt het antwoord. Vervolgens wordt er koers gezet richting “le voilier et pilotine”, een afgezonken tweemaster en pilootboot in het midden van de baai op 43m. Een eerste ploeg wordt naar beneden gezonden met een geuze. De geuze is een gewicht van ongeveer 7kg met een lange koord aan (daallijn), hieraan wordt een boei bevestigd. De geuze wordt naast het wrak gelegd, er wordt dus niet geankerd. Telkens als de boot langs de boei voorbij vaart springt één ploeg. Gezien de stevige wind moesten de ploegen zo snel op diepte aan de daallijn zitten, niet zo simpel met een droogpak. De ploeg net voor ons bestond uit twee oude franse rotten. Zij gingen met een voor ons ongewone sprong te water: een voorwaartse duik…

Ik moest en zou het geprobeerd hebben… en jawel dit werkt perfect! Verder was het een kwestie van zo snel mogelijk op het wrak te zijn omdat de bodemtijd behoorlijk beperkt is op 43m, zeker met de stikstofaccumulatie van de vorige dagen. Het werd dus een duik volgens het boekje: een goeie breefing, een degelijke materiaalcheck, op het “go” sein springen en onmiddellijk zakken, in ploeg langs de daallijn naar beneden, vanaf het moment dat we trap hebben, beginnen we te stijgen langs de daallijn en tussenin nog wat kotsen voor de Mario. Aan de oppervlakte was’t nu wachten op de boot om de ploegen op te pikken. Toch wel indrukwekkend als er op een goeie meter van je af een schip door de golven klieft en met zijn hele boeg uit het water komt om vervolgens met een gigantische smak vlak voor je neus terug te landen. Wetende dat Philippe op ankeren en stuurvaardigheid niet echt primus van de klas was, hebben we toch wel eventjes een slag of vier achteruit gepalmd, just in case…Eens aan boord werd je stabiliteit gegarandeerd door hulpvaardige mededuikers tot je was afgetuigd. Ondertussen kunnen we wel stellen dat Mario niet echt zeebenen heeft en hertappiseerde naar goeie gewoonte het schip met een volle laag kots… dit zowel in de boot als links en rechts over boord… Ge moet het maar kunnen. Philippe kon de nieuwe look van zijn boot in mindere mate appreciëren.

Telkens als we invaren, staan onze vrouwen ons op de kade weer reikhalzend op te wachten, zoals het goede zeemansvrouwen betaamt. Gina smachtte naar de zilte smaak van de zee op Mario’s lippen, doch fronst even onbegrijpend toen ze merkt dat de middellandse zee een eerder zurige toets blijk te hebben. Iets verderop is Harry op de kade bezig met het aanschouwen van vrouwelijke vleselijkheden van zijn medeplongeuses terwijl hij met zijn pak op zijn enkels staat.
Plotsklaps borrelt een levensbeschouwelijke Freudiaanse stellingname bij hem op. “Vanaf mijn 13e zou mijn leven nooit meer hetzelfde zijn… toen kwam bij mij het besef dat vrouwen, zonder dat ik het wil, mijn leven zouden gaan bepalen. Een kwestie van achter de fluit aanhollen dus”. Vlakbij staat nog een dartele 90-jarige hinde zich uit haar badpak te stropen om vervolgens al haar crevasses in te zepen en zich met de meest sensuele bewegingen terug af te spoelen. Hierna begon ze aan een welgemeende halfnaakte turnsessie… gelukkig hebben we nog niet gegeten doch het laatste brokje croissant moet er bij Mario uit.Dan maar rap enen gaan drinken om alles door te spoelen.

Alle gekende allimentaire etablissementen worden zorgvuldig met elkaar vergeleken en onderworpen aan de kwaliteitstest van ons madammen.
Aan de “souris d’agneau al la povençale” ofte lamsmuisje op provençaalse wijze (foto) waagt zich echter niemand. Om 23u gaat bij de meesten het licht stilletjes uit. We bruisen niet meer van het leven doch wel van de stikstof. Geen fut meer voor pinten in de Hoge Maai of de Vuilen Hoek… Ook mede door grote afwezigheid van de moeder der nachtbrakers “Nog-ene-djinke-jong?”-Daniël

De volgende dagen volgen île Verte SW, Les Rosiers, le Pain du Sucre, La Balise S allemaal duiken met “tombants” van -40m+ die rijk begroeid zijn met gorgonen en krioelen van het leven. De grote afwezigen zijn de merou’s of baarzen. Het word dus zoeken achter andere gewillige onderwater fotomodellen… Holen en spleten worden afgespeurd achter murenes, congers en octopussen, met succes.

Woensdag: nog 4 man op de boot Harry en ik en nog 2-mans ploeg. We worden gedropt op le Barancan, een tombant van -45m in de vorm van een half amfitheater met op 15m een plateau om nog een beetje te spelen als afsluiter. Aha een murene! Als ik nader trekt deze zich terug in zijn hol. Ik maak Harry duidelijk dat er in dat hol een murene zit waarop deze het OK-teken geeft. Spontaan begint hij dat beest zijn kot af te breken op zoek naar de bewoner… ???!!!? “Amaai… dienen heeft echt wel vertrouwen in zijn kevlar handschoentjes” dacht ik bij mezelf. Enfin ’t beest blijkt al langs een andere kant gevlucht te zijn. We maken onze laatste 10’ trap tussen de kwallen en klauteren aan boord. Als ik hem vraag of hij nu die murene gezien heeft in het hol dat hij had afgebroken, trek hij evenetjes wit, vervolgens groen, mauve en geel… Hij dacht dat ik een octopusje had gezien in dat holleke…Als toetje worden nog getrakteerd op een oefening van een escader canadairs in de baai, … de opscheppers…

0 reacties for this post

Een reactie posten